Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.


Word lid van het forum, het is snel en gemakkelijk

Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote

    L.G.R
    L.G.R
    Moderator
    Moderator


    Aantal berichten : 187
    Punten : 562
    Registratiedatum : 15-04-11
    Leeftijd : 42
    Woonplaats : Amsterdam

    Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote Empty Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote

    Bericht  L.G.R ma 18 apr 2011, 08:38

    Rasgroep van de Münsterlander, Grote
    De Münsterlander, Grote behoort tot de Rasgroep "Staande Jachthonden, Spaniels en Retrievers"


    Geschiedenis van de Münsterlander, Grote

    De Grote Münsterlander is nog een vrij relatief jong ras en behoort tot de jongste voorstaande hondenrassen. Hij moet gezien worden als een afstamming van de Duitse-Staande- Langhaarhonden.

    Op 29 juni 1922 werd in Munster “De Grote Münsterländer” definitief als ras erkend. De naam “Grote Münsterländer” heeft het ras te danken aan het feit dat het grootste aantal van dit ras te vinden was in Noord-West-Duitsland, meer bepaald in het Westfaalse Münsterland. Daar waren ze vooral op boerderijen te vinden waar ze gehouden werden als waak- en jachthond.

    De naam “Grote” slaat niet op zijn afmetingen, de “kleine Münsterländer” ook “Heidewachtel” genaamd bestond al in deze regio. Deze bestaan enkel uit bruin met wit. Van oorsprong hebben de Grote en Kleine Münsterländer weinig met elkaar gemeen. Jachteigenschappen. De Grote Münsterländer is een uitstekende “verlorenzoeker” en een uitgesproken “spoorzoeker”. Hij is enorm intelligent en werkt met een diepe neus. Al deze eigenschappen bezorgden hem een reputatie van “hond na het schot”. Dit zijn altijd specifieke kenmerken geweest voor het ras.

    Door jarenlang gericht kweken is het voorstaan vast verankerd in zijn natuurlijke aanleg en kan hij zeker zijn mannetje staan in het veldwerk. Bij het zweetwerk laat hij zien dat hij ook dit best aankan. Bewijs daarvan is het groot aantal Grote Münsterländers dat slaagt in de proeven waarbij kunstmatig bloedsporen worden aangelegd, die pas na 24 of 40 uur worden uitgewerkt.

    In het water is de Grote Münsterländer in zijn nopjes. Door zijn beschermende vacht schrikt hij er niet voor terug om zelfs in het koudste water onvermoeibaar de dekking af te speuren, op zoek naar waterwild. Prachtig om zien is hoe sommigen in staat zijn om het zwemspoor van een eend over het water uit te werken. Deze eigenschappen, gecombineerd met zijn krachtige bouw en zijn groot uithoudingsvermogen, maken van de Grote Münsterländer een veelzijdige jachthond die zijn baas niet zal teleurstellen.


    Karakter van de Münsterlander, Grote

    Als huishond is de Grote Münsterlander zeer aanhankelijk en gehecht aan zijn gezin en zijn territorium. Hij is zeker geen allemansvriend, hij is waaks van aard, zonder daarom agressief te zijn. Desgevallend zal hij zijn roedel beschermen, al zal hij door zijn intelligentie vlug beseffen wie al dan niet kwade bedoelingen heeft.
    Daar hij nogal dominant van aard kan zijn zal men bij zijn opvoeding zeer consequent te werk moeten gaan. Met een goed opgevoede Grote Münsterlander kan men naast de jacht ook praktisch alle andere hondensporten beoefenen.
    Van nature uit is de Grote Münsterlander een gezonde hond die weinig last heeft van erfelijke ziekten en degeneratieverschijnselen. Mits een goede verzorging en veel beweging zal hij dan ook jarenlang een prettige huisgenoot zijn.


    Rasstandaard van de Münsterlander, Grote

    Schofthoogte:
    Reu 60-65 cm. Teef 58-63 cm.

    Gewicht:
    Ongeveer 30 kg.

    Verschijning:
    Krachtige, gespierde lichaamsbouw, met daarbij een algeheel elegant voorkomen, uitdrukking van intelligentie en adel.
    Droge belijning.

    Aard:
    De belangrijkste eigenschappen zijn gehoorzaamheid, leerbaarheid en betrouwbare bruikbaarheid voor de jacht, in het bijzonder na het schot.
    Karakter levendig zonder nervositeit.

    Hoofd:
    Edel en langgerekt met geringe stop en verstandige uitdrukking, goed ontwikkelde kaakspieren.

    Neus:
    neusrug recht met duidelijk zwarte neusspiegel.

    Vang:
    krachtig, lang en voor het gebruik goed gevormd en ontwikkeld.

    Ogen:
    Hoe donkerder hoe beter.

    Oren:
    Breed, tamelijk hoog aangezet, aan de onderkant rond, goed aanliggend.

    Mond:
    Lippen niet overhangend.

    Gebit:
    krachtig en volledig (42 tanden en kiezen) met goed ontwikkelde slagtanden en onberispelijk schaargebit.

    Hals:
    Krachtig, goed gespierd, edel gewelfd.

    Voorhand:
    Schouder:
    Middelhoog, lang, goed gespierd.
    Dicht tegen de ribben aanliggende schouderbladen, correcte hoeking, recht, sterk en goed bespierd, veerkrachtige kootgewrichten.

    Lichaam:
    Borst:
    van voren gezien breed, van opzij gezien diep met duidelijke voorborst.

    Rug:
    kort, vast, stevig, recht met licht afvallende croupe.

    Lendenen:
    goed ontwikkelde lendenpartij, door sterke bespiering beschermd.

    Croupe:
    lang, breed, slechts licht afvallend, goed bespierd.

    Buik:
    licht opgetrokken, strak, slank, flanken kort en hoog aangezet.

    Achterhand:
    Krachtige en strakke bespiering, loodrechte stand, correcte hoeking van knie- en spronggewrichten.

    Voeten:
    Voeten goed gesloten, matig lang en rond, wolfsklauwen.
    Wolfsklauwen achter moeten verwijderd worden.

    Beweging:
    Stap en draf verend, ruim stappend, ver vooruitgrijpend.
    Galop veerkrachtig, sierlijk, met de nodige stuwing, ruime sprong.

    Staart:
    Horizontaal of licht omhoog gedragen.
    Van de zijkant gezien zonder knik uit de ruglijn te voorschijn komend

    Kleur:
    Wit met zwarte platen en stippen of zwart-schimmel.
    Hoofd zwart, eventueel met witte snuit of bles.

    Vacht:
    Lang en dicht, doch sluik, niet krullend of uitstaand, aangezien dit bij de jacht hinderlijk is.
    Typische langhaar.
    Het haar moet, bij de reu meer dan bij de teef, aan de achterzijde van voor- en achterhand bijzonder lang en dicht zijn (goede bevedering).
    Ook aan de staart moet het haar bijzonder lang zijn.
    De langste beharing moet zich ongeveer in het midden van de staart bevinden.
    Het haar aan de oren (het behang) moet lang zijn (goede franjestructuur) en aan de onderkant van het oor duidelijk overhangen (geen lederbehang).
    Verder is het hoofdhaar kort en aanliggend.


    Fouten:

    Hoofd:
    te brede bovenschedel, te diepe stop.

    Neus:
    ramsneus, snoekneus, ontbrekend pigment, geheel of slechts stipjes.

    Vang:
    open of overhangende lippen.

    Gebit:
    lichte fout: tanggebit, ontbreken van P1 resp. M3 (Duitse nummering).

    Ernstige fout:
    ondervoorbijter, bovenvoorbijter, kruisgebit, het ontbreken van snij- en slagtanden, evenals P2 - P4 resp.M1 en M2 (Duitse nummering).

    Ogen:
    te lichte (helle) ogen, zichtbaar rood bindvlies, entropion, ectropion.

    Behang:
    laag aangezet, afstaand.

    Hals:
    te kort, te lang, te dik, te dun, losse keelhuid.

    Schoft:
    te laag, te kort.

    Borst:
    tonvormig, smalle borst, niet diep genoeg, ontbreken van voorborst.

    Rug:
    te lang, doorgezakte rug, karperrug.

    Lendenen:
    zwakke bespiering, overgang naar croupe niet harmonisch, overbouwd.

    Croupe:
    kort, smal, sterk afvallend.

    Buik:
    te sterk opgetrokken, te diep aangezet.

    Staart:
    zijwaarts gedragen, naar boven opgerold, haakstaart, krulstaart.

    Voorhand:
    te steile gewrichten, uitstaande of uitdraaiende ellebogen, te zwakke kootgewrichten, te nauwe of te wijde bodemstand.

    Achterhand:
    te steile hoeking, koehakkig of O-benen, te nauwe of te wijde bodemstand.

    Voeten:
    ronde kattevoeten, lange hazevoeten, spreidtenen, te nauwe of te wijde tenenplaatsing.

    Gangwerk:
    stap en draf: kort, stijf, trippelend.

    Galop:
    korte, stijve sprong, te weinig stuwing.

    Fokuitsluitende fouten:
    Erfelijke gebreken van allerlei aard zoals schotschuwheid, iedere graad van schotgevoeligheid, angst voor levend wild, angstbijten, angst voor vreemde personen.
    Erfelijke ziekten zoals epilepsie, aseptische humerusnecrose (voorhandverlamming), spontaan scheuren van de kruisbanden, teelbalafwijkingen (enkel- of dubbelzijdig kryptorchisme), entropion, ectropion.
    Ernstige gebitsfouten zoals ondervoorbijter, bovenvoorbijter, kruisgebit, ontbrekende snij- of slagtanden, ontbrekende molaren of premolaren.
    Ernstig pigmentverlies zoals een witte neusspiegel.
    Afwijkingen in haarkleur: kleuren die niet in overeenstemming zijn met de rasstandaard.

    Lichte gebitsfouten (tanggebit, dubbele P1, ontbreken van niet meer dan twee P1 resp. M3) zijn nog toelaatbaar.

    NB:
    Reuen:

    twee testikels moeten goed ingedaald zijn in het scrotum.

    Krachtige, gespierde lichaamsbouw, met daarbij een algeheel elegant voorkomen, uitdrukking van intelligentie en adel.
    Droge belijning.


    De belangrijkste eigenschappen zijn gehoorzaamheid, leerbaarheid en betrouwbare bruikbaarheid voor de jacht, in het bijzonder na het schot.
    Karakter levendig zonder nervositeit.


    Gezondheid van de Münsterlander, Grote

    De Grote Münsterlander kan HD (heupdysplasie), oogproblemen (cataract) en epilepsie hebben.

    De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
    Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.

    De HD- en oog-test worden door een specialist uitgevoerd.
    Voor HD wordt een rontgenfoto gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.

    De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.
    Bij de ECVO oogtest is VRIJ de uitslag die je op het certificaat wil zien.


    Verzorging van de Münsterlander, Grote

    Deze hond heeft weinig vachtverzorging nodig. Borstel en kam de vacht regelmatig en kijk goed na of de gehoorgang schoon is.


    Opvoeding van de Münsterlander, Grote

    De Grote Munsterlander is niet moeilijk op te voeden omdat hij intelligent en leergierig is en graag werkt. Sommige Munsterlanders zijn wat dominanter en vragen om een baas die wat doortastender te werk gaat.


    Rasvereniging van de Münsterlander, Grote

    www.grotemunsterlander.nl
    www.grotemunsterlander.be

    Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote MnsterlanderGrote_120x120Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote MnsterlanderGrote2_120x120Rasbeschrijving van de Münsterlander, Grote MnsterlanderGrote1_120x120

      Het is nu vr 26 apr 2024, 14:03