Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.


Word lid van het forum, het is snel en gemakkelijk

Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier

    Admin
    Admin
    Admin
    Admin


    Aantal berichten : 94
    Punten : 277
    Registratiedatum : 15-04-11
    Leeftijd : 42
    Woonplaats : Amsterdam

    Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier Empty Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier

    Bericht  Admin ma 18 apr 2011, 00:15

    Rasgroep van de West Highland White Terrier:
    De West Highland White Terrier behoort tot de Rasgroep "Terriers"


    Geschiedenis van de West Highland White Terrier:

    De West Highland White Terriër, kortweg westie, stamt uit Schotland, meer bepaald uit de westelijke Highlands. Dat ruwe, rotsachtige landschap met zijn hoogvenen en heidevlakten is vaak onbegaanbaar en moeilijk toegankelijk. Voor de jacht op vossen, wilde katten, otters en dassen zette men daarom graag kleine, robuuste terriërs met korte pootjes in. Het volgen van weerbare prooien was hier niet altijd makkelijk. De kleine terriërs moesten een groot uithoudingsvermogen hebben en moedig zijn om hun doel te bereiken.

    Hun ruwe haar met de dichte ondervacht was een ideale winterbescherming tegen het ruige klimaat. Naast hun jachtactiviteiten bewaakten de terriërs huis en erf. Ze voorkwamen er het binnendringen van ratten en ander klein ongedierte. Vaak werden ze in meuten gehouden. De dieren die zich niet aan de roedel konden aanpassen of die niet voor de jacht geschikt waren, ruimde men uit de weg. Onnuttige eters kon men immers niet gebruiken. De selectie was streng en al bij de pasgeboren pups werden de witte exemplaren uit de worp van voor de rest gekleurde terriërs verwijderd. Men geloofde namelijk dat witte honden niet geschikt waren voor de jacht. Toepoels voegt hier nog aan toe “In de nesten van de Cairns kwamen witte jongen voor. Of dit inderdaad een gevolg zou zijn van de Maltezers die één van de gestrande schepen van de Armada zou hebben meegevoerd, is de vraag”
    Toch waren er enkele liefhebbers die de voorkeur gaven aan witte terriërs : in het begin van de 17e eeuw bestelde Koning James I in Argyllshire zes kleine, witte aardhonden als geschenk voor de Franse koning. Men transporteerde ze op drie verschillende schepen omdat deze vracht zo waardevol was.
    Het oudste beeldmateriaal waarop een voorganger van de huidige westie wordt afgebeeld, is een schilderij van de Engelse hofschilder Sir Edwin Landseer uit 1839, dat de naam ‘Dignity and Impudence’ draagt :

    Sir Edwin Landseer – Dignity and Impudence (1839)

    De ontwikkelingsgeschiedenis van de West Highland white terriërs kan niet in één rechte lijn worden gevolgd, want uiteindelijk vinden de vier vandaag de dag bekende Schotse terriërrassen, de Cairn terriër, de Skye terriër, de Schotse Terriër en de West Highland white terriër, hun oorsprong in de regionale terriërs.

    De Schotse Terriërs , respectievelijk de Cairn, Skye, Schotse en West Highland WhiteTerriër


    Die werden door de boeren, de Schotse adellijke families en de clans gefokt en in jachtmeuten gehouden. Deze verschillende terriërsoorten werden ook onderling gekruist. De oudste tak van voorlopers van de West Highland white terriër zijn de witte terriërs van de Duke of Argyll. Deze terriërs, ook Roneneath terriër genoemd, hadden zuiver wit, voornamelijk zacht haar en werden door de hertog zelf White Sky terriër genoemd. Men vermoedt dat ze als voorouders, de bleke Cairn terriër en de al even bleke, kleinere Skye terriër hebben gehad.

    De grootste invloed bij het ontstaan van de West Highland white terriërs hadden de Poltalloch terriërs van kolonel Eduard Malcom uit Argyllshire. Een jachtongeval, waarbij deze kolonel Marlcolm een roodbruine terriër verkeerdelijk voor een vos aanzag en hem per ongeluk doodschoot, zette hem er toe aan de voorkeur te geven aan de witte honden van het Cairn-type. De Poltalloch terriër had 3 tot 7 com lang, ruw haar, met af en toe een zandkleurige of gele strepen op de rug, een relatief korte snuit, vaak een vleeskleurige neus en meestal rechtopstaande oren.

    De recentste bijdrage tot de ontwikkeling van het ras leverden de pittenweems van Dr. Flaxman uit Fifeshire aan de oostkust. Uit de nakomelingen van een Aberdeen terriër teef, die altijd witte pups in haar worpen had, fokte hij zijn witte Schotse terriër. De Aberdeen terriers. zijn de voorlopers van de huidige Schotse terriërs. Typisch voor de witte Schotse terriërs van Dr. Flaxman was hun lange snuit, hun heel ruwe haar en hun opvallend donker pigment. Op het einde van de 19e eeuw vonden de eerste tentoonstellingen plaats, waarop ook kolonel Malcolm en Dr. Flaxman hun terriërs presenteerden.


    MEEDOGENLOZE JAGERS:

    De witte hondjes van Malcolm werden niet ontzien tijdens de jachtpartijen. Er werden aan hen dezelfde hoge eisen gesteld als aan alle andere Schotse werkende terriers. De kleine witte terrier moest taai en robuust zijn. Het werk in de ruige Schotse hooglanden was immers niet min. De weeromstandigheden waren zeer wisselend en wind en regen konden voor zeer guur weer zorgen. De terriërs moesten ook opgewassen zijn tegen vossen, dassen en ander ongedierte. Ze mochten voor niets terugdeinzen en moesten uitblinken in moed en vechtlust. Ze moesten zelfstandig kunnen werken en zeer ondernemend zijn. Hun gedrevenheid en moed mocht zich echter nooit tegen andere honden keren. Enkel op hun prooi werd felheid en alertheid verwacht.
    In groep leefden de terriërs een redelijk 'sociaal' leven zonder vechtpartijen. Naast hun werk tijdens de jachtpartijen werden ze ook ingezet om ratten, muizen en ander ongedierte in en om het huis te vangen. Ze waren daarnaast speelkameraad voor de kinderen en gezelschap voor dames. Het leven in de Schotse hooglanden was zeker niet rijkelijk te noemen. De kleine terriërs moesten zich dus zonder enig probleem aanpassen aan de wisselende omstandigheden. Ze waren daardoor redelijk robuust en niet al te veeleisend. Hun onafhankelijkheid en hun zelfstandigheid zorgden ervoor dat ze te allen tijde konden overleven.

    In 1907 werd het nieuwe dierenras onder de naam West Higland white terriër door de Kennel Club erkend. De westie won in Engeland, Amerika en Scandinavië al snel aan populariteit. Tegenwoordig behoort hij wereldwijd tot de meest geliefde terriërrassen. Sinds het begin van de jaren ’90 is de West Highland white terriër in West-Europa één van de vaakst voor het fokken geregistreerde rassen bij de terriërs sclubs.


    Karakter van de West Highland White Terrier:

    Hij mag er dan wel uitzien als een knuffel beer, de westie is en blijft een echte terriër. Hij is zeer zelfbewust en deinst voor niets of niemand terug. Hoe groot de tegenstander ook is, een westie zal zijn mannetje staan. Een westie kan zeer hooghartig uit de hoek komen. Dit in combinatie met een zeer zelfverzekerde tred zorgt ervoor dat het meteen duidelijk is dat je hier niet met een schoothondje, maar met een kleine ondernemer te doen hebt. Hij is redelijk extravert en kent zo goed als geen complexen. En zeker geen valse schaamte. Dat wil echter niet zeggen dat hij agressief is. Een westie zal nooit als eerste aanvallen, maar hij zal zich zeker niet laten doen. Door zijn schofthoogte van achtentwintig centimeter is het ook een ideale hond om mee te nemen, niet groot, en ook niet te klein. Hij kan mee op reis, in de auto, op hotel enzovoort. En dat is wat de westie werkelijk wil, zoveel mogelijk bij zijn familie zijn. Hij is immers zeer zachtaardig en hij zal nooit een gelegenheid tot vleierij laten voorbijgaan. Als hij wil, speelt hij al zijn charmes uit om toch maar gedaan te krijgen wat hij zelf toch zo leuk vindt, een gezinslid zijn. Een westie is geen hond om hele dagen alleen te laten, hij heeft immers zeer veel behoefte aan menselijk contact. Hij hunkert naar liefde en affectie, maar is eerder afstandelijk tegenover vreemden. Hij houdt er wel van in het middelpunt van de belangstelling te staan. Op het gebied van beweging is hij niet veeleisend, maar toch heeft hij zijn dagelijkse wandelingen nodig. Hij kan eventueel op een flat worden gehouden, maar dan moet je er wel voor zorgen dat hij enkele keren per dag zijn pootjes kan strekken en een blokje om is dan echt te weinig.
    Een West Highland white terriër is immers zeer compact van formaat, maar verder is het een echte 'grote' hond. Zelf verkiest hij lange wandelingen of uren ravotten in de tuin. Daarnaast zoekt hij zijn plekje in huis op om te genieten van zijn familie? Want, niettegenstaande een westie rustig is in huis (op voorwaarde dat hij voldoende lichaamsbeweging krijgt) zorgt hij er toch steeds voor niet 'vergeten' te worden. Hij zal je duidelijk maken dat hij erbij hoort en niet over het hoofd gezien kan worden. Andere dieren vormen geen probleem. Waarschijnlijk is de westie zelfs een van de sociaalste tussen de terriërs. Ze leven zonder problemen in groep en hebben geen probleem met kinderen, andere dieren of wat dan ook. Voorwaarde is wel dat ze op jonge leeftijd kennismaken met de andere 'wezens' uit hun leefomgeving. Enkel met vreemde reuen is het beter waakzaam te zijn. Het spreekwoord zegt immers 'voorkomen is beter dan genezen' en dat geldt zeker voor westiereuen.
    Ik wilde even vermelden dat een westy wel degelijk een schoothondje kan zijn, onze westy Iggy lag altijd bij ons op schoot, ze wilde niet van onze schoot af, ook niet als we naar bed toe gingen, dus een Westy is voor ons wel een schoothondje.


    Rasstandaard van de West Highland White Terrier:

    Algemene verschijning:
    Sterk gebouwd; diep in borst en achterste ribben; rechte rug met krachtige voor- en achterhand,
    met gespierde benen die in grote mate een combinatie van kracht en behendigheid vormen.

    Beeldvorming:
    Klein, actief, speels, gehard, zelfbewust met een guitige uitdrukking.

    Karakter:
    Attent, vrolijk, moedig, eigenzinnig, eigenwijs maar vriendelijk.

    Hoofd en schedel:
    Schedel licht gewelfd: het voorhoofd toont bij betasting een gladde contour, een weinig versmallend
    van de oren naar de ogen. De afstand van de achterhoofdknobbel tot aan de ogen moet iets groter
    zijn dan de voorsnuit.
    Hoofd dik bedekt met haar, en wordt gedragen onder een rechte hoek- of een kleinere met de as van
    de hals. Het hoofd mag niet in de richting van de halsas gedragen worden. De voorsnuit geleidelijk
    versmallend van het oog naar de neuspunt. Duidelijke stop gevormd door zware benige richels,
    onmiddelijk boven-; en lichtelijk overhangend; het oog, met lichte indeuking tussen de ogen.
    Voorsnuit niet schotelvormig of wegvallend onder de ogen; waar het goed opgevuld is. Krachtige
    en sluitende kaken. Zwarte en tamelijk grote neus, die overvloeit in de voorsnuit.
    Neus niet naar voren stekend.

    Ogen:
    Ver uit elkaar geplaatst, middelmatig groot, niet rond, zo donker mogelijk. Lichtelijk verzonken in
    het hoofd, scherp en intelligent; wat kijkend van onder zware wenkbrouwen, een doordringende blik
    geeft. Lichtgekleurde ogen zijn hoogst verwerpelijk.

    Oren:
    Klein, rechtop en ferm gedragen, in een scherpe punt eindigend, niet te wijd of te dicht op elkaar
    geplaatst. Haar kort en glad (fluweelachtig), mag niet afgeknipt worden. Vrij van enige franje aan de
    punt. Rond gepunte, brede, grote, dikke of te zwaar behaarde oren zijn zeer verwerpelijk.

    Gebit:
    Zo breed tussen de hoektanden als noodzakelijk voor de verlangde expressie.
    Tanden groot in verhouding tot de grootte van de hond, schaargebit (d.w.z. boventanden vallen iets
    voor de ondertanden), recht in de kaken geplaatst.

    Hals:
    Voldoende lang om de vereiste plaatsing van het hoofd mogelijk te maken. Gespierd en geleidelijk
    dikker wordend naar de aanzet van het lichaam, zodat het fraai overvloeid in schuin geplaatste schouders.

    Voorhand:
    Schouders achterwaarts hellend. Schouderbladen breed en dicht tegen de borstkas liggend.
    Schouderpunt voorwaarts geplaatst, ellebogen tegen het lichaam; waardoor voorbenen vrij kunnen
    bewegen, evenwijdig aan de as van het lichaam.
    Voorbenen kort en gespierd, recht en dik behaard met kort haar.

    Lichaam:
    Compact. Rechte rug, brede en sterke lendenen. Diepe borst en aan de bovenzijde goed gewelfde ribben.
    Achterste ribben behoorlijk diep en de afstand van de laatste rib tot de voor- en achterhand zo kort als
    een vrije beweging van het lichaam toelaat.

    Achterhand:
    Sterk, gespierd en bovenaan breed. Benen kort, gespierd en pezig. Dijen zeer gespierd en niet te ver
    van elkaar. Sprongen gebogen en goed onder het lichaam geplaatst; tamelijk dicht bij elkaar als de hond
    staat, loopt of draait. Rechte- of zwakke sprongen zijn zeer verwerpelijk.

    Voeten:
    Voor groter dan achter, rond, grootte in verhouding, sterk, dicht beëelt en bedekt met kort haar.
    Achtervoeten zijn kleiner. Voetzolen- en bij voorkeur alle nagels zwart.

    Staart:
    12,5 - 15 cm lang, bedekt met hard haar, zonder veren, zo recht mogelijk, monter geragen; niet vrolijk,
    nog over de rug gekruld. Een lange staart is ongewenst en onder geen voorwaarde mag de staart worden
    ingekort.

    Gangwerk:
    Vrij, recht en in zijn geheel gemakkelijk. Van voren worden de benen vrij door de schouders naar voren
    gebracht. Achterhand vrije beweging, krachtig en gesloten. Stijve, steltachtige bewegingen achter -en
    koehakkigheid is hoogst verwerpelijk.

    Vacht:
    Dubbele vacht. Bovenvacht bestaat uit hard haar, ongeveer 5 cm lang, vrij van elke krul.
    Ondervacht, gelijkend op bont; zacht en dik. Open vacht is zeer verwerpelijk.

    Kleur:
    Wit.

    Schofthoogte:
    Schofthoogte ongeveer 11 inches (28 cm).

    Fouten:
    Enige afwijking van bovengenoemde punten moet als fout aangemerkt worden en de ernst waarin de
    fout zich toont, moet in juiste mate in de beoordeling tot uiting komen.


    Opmerking:
    Mannelijke dieren moeten twee normale, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.

    Gezondheid van de West Highland White Terrier:

    De West Highland White Terrier kan PL (Patella Luxatie), huidproblemen en LCP (Calvé Legg-Perthes) hebben.

    De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
    Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.

    De PL en LCP-test worden door een specialist uitgevoerd.
    Voor LCP wordt rontgenfoto gemaakt en beoordeeld.
    Voor PL wordt er door een specialist een handmatig onderzoek verricht. Hierbij wordt een certificaat geleverd met de uitslag.

    Bij PL is PL-vrij de uitslag die je op het certificaat wil zien.


    Verzorging van de West Highland White Terrier:

    Het trimmen is niet enkel vereist om de westie zijn typische uiterlijk te geven, het dient ook voor het gezond houden van huid en haar. Wanneer hij regelmatig wordt getrimd, ruit de westie bijna niet.
    Het ruwe dekhaar groeit tot een bepaalde lengte, sterft dan af, maar blijft in de huid steken. Ruwharige honden hebben daarom ook geen natuurlijke haarwissel, want het afgestorven haar verhindert het groeien van nieuwe haren. Bij heel wat westies veroorzaakt het dode haar jeuk, die na het trimmen ophoudt. Belangrijk bij het trimmen is dat enkel rijp (afgestorven haar) eruit wordt geplukt. Bij een westie met een normale haargroei volstaat het om de hond om de 3 maanden te trimmen.Beginnen met de eerste puppypluk rond de 12 a 13 weken.


    Opvoeding van de West Highland White Terrier:

    Is een hond die een strakke hand nodig heeft. Consequent zijn is de boodschap!!
    Als een westy niet wil luisteren, dan luisterd een westy ook niet.


    Rasvereniging van de West Highland White Terrier:

    West Highland White Terrier Club Nederland

    Overige informatie over de West Highland White Terrier:

    Toekomstige eigenaars moeten er wel rekening mee houden dat de witte rakkers blafferig zijn. Westies blaffen bij het minste. Zelfs een leuk televisieprogramma kan tot het nodige geblaf leiden. Als je in een buurt woont waar de buren nogal gevoelige oren hebben. Kan je misschien beter opteren om geen westie in huis te nemen. Het geblaf is iets wat hen van nature meegegeven werd en wat zo goed als niet afgeleerd kan worden.

    Als je het huis uit gaat en er is niemand thuis, kan je het beste zachtjes de radio aan laten staan en de lamelen(gordijnen) dicht doen (alleen bij de voordeur, bijv de keuken)zodat ze geen voorbij gangers zien lopen, anders gaan ze heel erg blaffen want ze zijn heel waakzaam, en als je de radio aan laat staan en de lamelen(gordijnen) dicht doet, worden ze rustiger(als ze in de huiskamer liggen en als je weg bent)
    West Highland White Terrier pup aanschaffen

    Een puppy mag je met chip moet je al gauw denken aan 450 - 500 euro.
    Als je een pup van een goede fokker koop met papieren e.d zit je zo vanaf de 900,-

    Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier WestHighlandWhiteTerrier_120x120Rasbeschrijving van de West Highland White Terrier WestHighlandWhiteTerrier1_120x120

      Het is nu wo 20 nov 2024, 22:47