De Beagle behoort tot de Rasgroep "Lopende Honden en Dashonden"
Geschiedenis van de Beagle
De Beagle is een van de kleinste lopende honden. In 1475 wordt in geschriften reeds melding gemaakt van de Beagle. Het ras heeft zeer lang reeds dienst gedaan als jachthond bij de hazejacht te voet. Bij deze jachtsoort had men behoefte aan een lagere en minder snelle hond. De Beagle benadert de Foxhound in miniatuur uitgave. Het zijn aantrekkelijke honden, maar u rekening moet houden met zijn jachtpassie. De socialisatiefase (die reeds begint bij de fokker) is bij dit ras erg belangrijk, zodat een goede band met de baas wordt opgebouwd die het op het veld uiteindelijk moet winnen van zijn jachtpassie, omdat de hond anders zal gaan zwerven.
Karakter van de Beagle
Vriendelijk
Levendig
Aanhankelijk
Dol op kinderen
Intelligent
Rasstandaard van de Beagle
rasstandaard:
Typische kenmerken: Een vrolijke Brak wiens wezenlijke functie jagen is, vooral op hazen, wiens spoor hij volgt. Driest, erg actief, met veel uithoudingsvermogen en vastberadenheid. Waakzaam, intelligent en van gelijkmatig temperament.
Algeheel beeld: Een forse en compact gebouwde Brak, die de indruk wekt van kwaliteit zonder grofheid.
Temperament: Lief en oplettend, zonder agressie of angst.
Hoofd en schedel: Hoofd tamelijk lang, krachtig, maar niet grof, iets fijner bij een teef, zonder frons en rimpels. Schedel licht gewelfd, matig breed, met geringe achterhoofdsknobbel (1).
Stop goed (2)
afgetekend, deze verdeelt de afstand tussen neuspunt en jachtknobbel zo gelijk mogelijk. Voorsnuit niet puntig, lippen goed hangend. De neusspiegel breed, het liefst zwart, maar iets minder pigmentatie bij lichter gekleurde honden is toegestaan. Wijde neusgaten.
Ogen: Donkerbruin of hazelnootkleurig, tamelijk groot, niet diepliggend, niet uitpuilend, goed uit elkaar geplaatst, met een zachte aantrekkelijke uitdrukking.
Oren: Lang met afgeronde punten: naar voren getrokken bijna tot de neuspunt reikend. Laag aangezet, fijn van structuur, gracieus en dicht tegen de wang gedragen.
Mond: De kaken moeten sterk zijn, met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit; de boventanden moeten sluitend over de ondertanden heen vallen en recht in de kaken staan.
Hals (3):
Voldoende lang om de Brak in staat te stellen zijn hoofd gemakkelijk naar de grond te brengen om het spoor te volgen, licht gebogen met weinig keelhuid.
Voorhand: Schouder (4)
goed naar achter hellend, niet beladen. Voorbenen recht en goed onder de hond geplaatst, met goede substantie, en rond van bot. Niet versmallend naar de voet. Middenvoeten (5)
kort. Stevige ellebogen (6),
noch naar binnen, noch naar buiten draaiend. Hoogte van grond tot ellebogen ongeveer de helft van de schofthoogte.
Lichaam: Bovenlijn recht en horizontaal. Borst (7)
daalt tot onder de elleboog. Ribben goed gerond en ver naar achter doorlopend, kort in rug, maar goed in verhouding. Krachtige, soepele lendenen (,
de buik niet te veel opgetrokken.
Achterhand: Dijen zeer gespierd. Sprongen goed gebogen. Sterke, laag geplaatste hakken (9)
en evenwijdig aan elkaar ge- plaatste middenvoeten.
Voeten: Gesloten en krachtig. Goed gebogen tenen en sterke zoolballen. Geen hazenvoeten. Nagels kort.
Staart: Stevig en van matige lengte. Hoog aangezet en vrolijk gedragen (10)
maar niet over de rug gekruld of vanaf de staartwortel naar voren gebogen. Goed met haar bedekt, vooral aan de onderzijde.
Gang: Gaat met rechte rug; krachtig gangwerk, zonder neiging tot rollen. Vrije, ver uitgrijpende en recht naar voren gerichte pas, zonder hoge knie actie. Achterbenen tonen stuw- kracht. De voorbenen mogen niet maaien of kruisen.
Vacht: Kort, dicht en bestand tegen het weer.
Kleur: Iedere erkende Brakkenkleur, behalve de leverkleur. Staartpunt wit.
Gewicht en maat: De schofthoogte mag niet meer dan 16 inches (40,5 cm) of minder dan 13 inches (33 cm.) zijn.
Opmerking: Mannelijke dieren moeten twee normaal ontwikkelde testikels bezitten die volledig in het scrotum moeten zijn ingedaald.
Ga naar het Weboverzicht van Ringo
Gezondheid van de Beagle
De gemiddelde leeftijd van een beagle bedraagt ongeveer 12 jaar, wat een eigenaardige leeftijd is voor honden van deze grootte. De beagle is over het algemeen een nette schone hond. Het is aan te raden om de beagle minimaal 1 keer per week met een zachte borstel te borstelen en de oren regelmatig te controleren op infecties. Bij de Beagle moet je ook goed op z'n gewicht letten want voor een beagle is het heel slecht om te dik te zijn.
Verzorging van de Beagle
De Beagle kan zich aan het stadsleven aanpassen, maar hij heeft veel ruimte nodig om stoom te kunnen afblazen. Hij moet één of twee keer per week worden geborsteld, en er moet regelmatig aandacht worden besteed aan zijn oren.
Opvoeding van de Beagle
Daar de Beagle van nature toch wat koppig is, is het aangeraden om met uw Beaglepuppy naar de gehoorzaamheidstraining te gaan. Na een paar lessen houdt U er een gehoorzame en zeer aanhankelijke hond aan over.
Rasvereniging van de Beagle
www.beagleclub.nl
Overige informatie over de Beagle
Zijn echte rasgroep is :Lopende Honden, Zweethonden en verwante rassen.
Geschiedenis van de Beagle
De Beagle is een van de kleinste lopende honden. In 1475 wordt in geschriften reeds melding gemaakt van de Beagle. Het ras heeft zeer lang reeds dienst gedaan als jachthond bij de hazejacht te voet. Bij deze jachtsoort had men behoefte aan een lagere en minder snelle hond. De Beagle benadert de Foxhound in miniatuur uitgave. Het zijn aantrekkelijke honden, maar u rekening moet houden met zijn jachtpassie. De socialisatiefase (die reeds begint bij de fokker) is bij dit ras erg belangrijk, zodat een goede band met de baas wordt opgebouwd die het op het veld uiteindelijk moet winnen van zijn jachtpassie, omdat de hond anders zal gaan zwerven.
Karakter van de Beagle
Vriendelijk
Levendig
Aanhankelijk
Dol op kinderen
Intelligent
Rasstandaard van de Beagle
rasstandaard:
Typische kenmerken: Een vrolijke Brak wiens wezenlijke functie jagen is, vooral op hazen, wiens spoor hij volgt. Driest, erg actief, met veel uithoudingsvermogen en vastberadenheid. Waakzaam, intelligent en van gelijkmatig temperament.
Algeheel beeld: Een forse en compact gebouwde Brak, die de indruk wekt van kwaliteit zonder grofheid.
Temperament: Lief en oplettend, zonder agressie of angst.
Hoofd en schedel: Hoofd tamelijk lang, krachtig, maar niet grof, iets fijner bij een teef, zonder frons en rimpels. Schedel licht gewelfd, matig breed, met geringe achterhoofdsknobbel (1).
Stop goed (2)
afgetekend, deze verdeelt de afstand tussen neuspunt en jachtknobbel zo gelijk mogelijk. Voorsnuit niet puntig, lippen goed hangend. De neusspiegel breed, het liefst zwart, maar iets minder pigmentatie bij lichter gekleurde honden is toegestaan. Wijde neusgaten.
Ogen: Donkerbruin of hazelnootkleurig, tamelijk groot, niet diepliggend, niet uitpuilend, goed uit elkaar geplaatst, met een zachte aantrekkelijke uitdrukking.
Oren: Lang met afgeronde punten: naar voren getrokken bijna tot de neuspunt reikend. Laag aangezet, fijn van structuur, gracieus en dicht tegen de wang gedragen.
Mond: De kaken moeten sterk zijn, met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit; de boventanden moeten sluitend over de ondertanden heen vallen en recht in de kaken staan.
Hals (3):
Voldoende lang om de Brak in staat te stellen zijn hoofd gemakkelijk naar de grond te brengen om het spoor te volgen, licht gebogen met weinig keelhuid.
Voorhand: Schouder (4)
goed naar achter hellend, niet beladen. Voorbenen recht en goed onder de hond geplaatst, met goede substantie, en rond van bot. Niet versmallend naar de voet. Middenvoeten (5)
kort. Stevige ellebogen (6),
noch naar binnen, noch naar buiten draaiend. Hoogte van grond tot ellebogen ongeveer de helft van de schofthoogte.
Lichaam: Bovenlijn recht en horizontaal. Borst (7)
daalt tot onder de elleboog. Ribben goed gerond en ver naar achter doorlopend, kort in rug, maar goed in verhouding. Krachtige, soepele lendenen (,
de buik niet te veel opgetrokken.
Achterhand: Dijen zeer gespierd. Sprongen goed gebogen. Sterke, laag geplaatste hakken (9)
en evenwijdig aan elkaar ge- plaatste middenvoeten.
Voeten: Gesloten en krachtig. Goed gebogen tenen en sterke zoolballen. Geen hazenvoeten. Nagels kort.
Staart: Stevig en van matige lengte. Hoog aangezet en vrolijk gedragen (10)
maar niet over de rug gekruld of vanaf de staartwortel naar voren gebogen. Goed met haar bedekt, vooral aan de onderzijde.
Gang: Gaat met rechte rug; krachtig gangwerk, zonder neiging tot rollen. Vrije, ver uitgrijpende en recht naar voren gerichte pas, zonder hoge knie actie. Achterbenen tonen stuw- kracht. De voorbenen mogen niet maaien of kruisen.
Vacht: Kort, dicht en bestand tegen het weer.
Kleur: Iedere erkende Brakkenkleur, behalve de leverkleur. Staartpunt wit.
Gewicht en maat: De schofthoogte mag niet meer dan 16 inches (40,5 cm) of minder dan 13 inches (33 cm.) zijn.
Opmerking: Mannelijke dieren moeten twee normaal ontwikkelde testikels bezitten die volledig in het scrotum moeten zijn ingedaald.
Ga naar het Weboverzicht van Ringo
Gezondheid van de Beagle
De gemiddelde leeftijd van een beagle bedraagt ongeveer 12 jaar, wat een eigenaardige leeftijd is voor honden van deze grootte. De beagle is over het algemeen een nette schone hond. Het is aan te raden om de beagle minimaal 1 keer per week met een zachte borstel te borstelen en de oren regelmatig te controleren op infecties. Bij de Beagle moet je ook goed op z'n gewicht letten want voor een beagle is het heel slecht om te dik te zijn.
Verzorging van de Beagle
De Beagle kan zich aan het stadsleven aanpassen, maar hij heeft veel ruimte nodig om stoom te kunnen afblazen. Hij moet één of twee keer per week worden geborsteld, en er moet regelmatig aandacht worden besteed aan zijn oren.
Opvoeding van de Beagle
Daar de Beagle van nature toch wat koppig is, is het aangeraden om met uw Beaglepuppy naar de gehoorzaamheidstraining te gaan. Na een paar lessen houdt U er een gehoorzame en zeer aanhankelijke hond aan over.
Rasvereniging van de Beagle
www.beagleclub.nl
Overige informatie over de Beagle
Zijn echte rasgroep is :Lopende Honden, Zweethonden en verwante rassen.