Rasgroep van de Ierse Waterspaniel
De Ierse Waterspaniel behoort tot de Rasgroep "Staande Jachthonden, Spaniels en Retrievers"
Geschiedenis van de Ierse Waterspaniel
De Ierse Waterspaniel ( ofwel Irish Water Spaniel ), de grootste van alle Spaniels, heeft een oude afstamming. Perzische manuscripten uit 4000 voor Christus geven de aanwezigheid van 'Water Honden' in Ierland aan. In juridische documenten uit het Christelijk tijdperk worden 'Ierse Spaniels' specifiek genoemd. Archeologen hebben schedels, die dateren uit de achtste eeuw, opgegraven van honden die sprekend op de moderne Ierse Waterspaniel moeten hebben geleken.. Het is zeer moeilijk om de voorouders van de Ierse Waterspaniel exact te achterhalen. De Poedel was oorspronkelijk waarschijnlijk een Waterspaniel en dus niet de voorvader, zoals velen geloofden. Volgens de meest betrouwbare theorie is het ras het resultaat van kruisingen tussen honden die door de eerste bewoners van het land Ierland werden ingevoerd. Zij kwamen van de Kaukasus via Spanje. De rasnaam geeft al aan dat deze honden zich in het water in hun element voelen. Hij is geschikt voor de jacht op waterwild en kan uitstekend apporteren. Ze kunnen urenlang in het water vertoeven. De dicht ingeplante, dikke vacht met stijve krullen houdt de huid droog. De staart is gedeeltelijk onbehaard. Ierse Waterspaniels zijn zeer trouw.
Karakter van de Ierse Waterspaniel
Moedig en intelligent, werklust. Zeer trouw aan de baas en familie. De Ierse Water Spaniël is gereserveerd naar vreemden.
De Waterspaniel, die nooit verlegen is, is stoutmoedig en enthousiast. Hij is onbevreesd en effectief in het veld, in het bijzonder wanneer hij waterwild apporteert. Verzorging is een noodzaak, maar nooit vervelend. Hij is intelligent, waakzaam, gehoorzaam, liefdevol en tamelijk gelijkmatig van temperament.
Rasstandaard van de Ierse Waterspaniel
Kenmerkende eigenschappen
De Ierse Water Spaniel is een buitenbeentje in de spanielvariëteiten. Niet alleen door zijn schofthoogte van ongeveer 58 centimeter en zijn beharing onderscheidt hij zich van de andere spaniels, maar ook door zijn karakter en wijze van jagen.
Algemeen beeld
De Ierse Water Spaniel is een jachthond, gefokt voor het werk in alle soorten van jacht en in het bijzonder geschikt voor de jacht op waterwild. Zijn geschiktheid voor dit doel moet blijken uit zijn uiterlijk; hij is een sterk gebouwde, compacte hond, intelligent, met een groot uithoudingsvermogen en vurig van aard.
Karakter
In eerste instantie afwachtend, trouw en toegewijd, met een aantrekkelijk gevoel voor humor en een standvastige aard.
Kop en schedel
De kop moet flink van grootte zijn. De schedel hooggewelfd, van goede lengte en breed genoeg om voldoende ruimte te bieden aan de hersenen. De voorsnuit lang, krachtig en enigszins vierkant met een geleidelijk verlopende stop.
De neus ruim en goed ontwikkeld, donker leverkleurig. Het geheel mag geen grove indruk maken.
Ogen
Betrekkelijk klein, amandelvormig, middel- tot donkerbruin van kleur, helder en oplettend.
Oren
Lang, de huid lobvormig, laag aangezet, vlak tegen de wangen hangend en bedekt met lange, gedraaide krullen.
Gebit
Een compleet, regelmatig schaargebit.
Hals
Stevig overgaand in de schouders, krachtig, gebogen en lang genoeg om het hoofd goed boven de ruglijn te dragen.
Voorhand
De schouders moeten krachtig zijn en schuin aanliggen. De borstkas diep en van flinke omvang. De voorpoten dienen stevige botten te hebben en recht te zijn met goed naar beneden geleide opperarmbeenderen die een steunpunt voor het onderarmbeen zijn zodat elleboog en knie op een rechte lijn liggen met de schoudertop.
Lichaam
Moet van goede afmetingen zijn. De rug kort, breed en horizontaal, krachtig verbonden met de achterhand. De ribben dienen goed gewelfd achter de schouder te liggen zodat zij het lichaam als geheel tonvormig doen lijken. De lendenen diep en breed.
Achterhand
Krachtig, met goede gehoekte kniegewrichten en lage hakken.
Voeten
Moeten groot zijn, enigszins rond en gespreid, goed bedekt met haar over en tussen de tenen.
Staart
Moet kort en recht zijn, dik aan de wortel en uitlopend in een fijne punt. Hij moet laag aangezet zijn, recht en lager dan de ruglijn worden gedragen; de lengte mag niet tot aan de hak reiken. Zo’n 7,5 à 10 centimeter moet bij de aanzet bedekt zijn met korte krullen die plotseling ophouden. Het overige deel moet kaal of bedekt zijn met fijn kort haar.
Gangen/beweging
Vlot en stuwend, langgestrekt en karakteristiek rollend geaccentueerd door de tonvormige ribben.
Beharing
Moet samengesteld zijn uit dichte, vaste, stijve krullen vrij van elke wolligheid. Het haar moet een natuurlijke vettigheid hebben. De voorpoten bedekt met een bevedering in krullen of krulletjes tot aan de voet. De bevedering moet rondom overvloedig zijn, ofschoon korter aan de voorzijde. Beneden de hakken moeten de achterpoten aan de voorzijde glad zijn, maar aan de achterzijde bevederd tot aan de voeten. De hals moet bedekt zijn met krullen, gelijk aan die op het lichaam. De keel moet glad behaard zijn, het gladde haar moet een V-vormige piek vormen van de achterzijde van de onderkaak tot het borstbeen. De voorsnuit moet glad zijn en de schedel bedekt met lange krullen in de vorm van een uitgesproken kuif die in een duidelijke piek tot in de punt tussen de ogen groeit.
Kleur
Een warme, donkere leverkleur die een purperachtige teint heeft die bijzonder is voor het ras en ook wel wordt aangeduid als ‘puce-liver’ (purperachtig bruin).
Grootte
Schofthoogte: reuen ongeveer 53 tot 58 centimeter. Teven ongeveer 51 tot 56 centimeter.
Gedrag/temperament
Moedig en intelligent, eager. Zeer trouw aan de baas en familie. Gereserveerd naar vreemden.
Fouten
Iedere afwijking van de hierboven vermelde punten moet als een fout worden aangemerkt, de mate waarin moet in verhouding staan tot de ernst van de fout.
N.B. Reuen behoren twee duidelijk waarneembare normale testikels te hebben, die volledig in het scrotum zijn afgedaald.
De standaard van de Ierse Water Spaniel is uitvoerig beschreven. Ondanks het feit dat men rasspecifieke eigenschappen zo exact mogelijk heeft vastgesteld, blijft de standaard op verschillende manieren uit te leggen. In de standaard staat bijvoorbeeld dat het hoofd van flinke grootte moet zijn. Wat de ene keurmeester groot vindt kan door een andere keurmeester anders worden ervaren. De interpretatie van de standaard kan dus verschillend zijn. Het beoordelen van een Ierse Water Spaniel is vooral een kwestie van ervaring; het gaat om het totaalbeeld, het type. Een hond kan op ieder afzonderlijk punt een voldoende scoren maar toch géén goed totaalbeeld weergeven.
Verzorging van de Ierse Waterspaniel
VACHT : krulhaar met ondervacht; m.a.w. de dekharen en wolharen zijn sterk gekruld en voelen vettig aan. VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : met een grove kam de losse haren wegkammen. GROTE BEHANDELING : in de rui, wolharen en losse dekharen uitharken Wel moet men de hond regelmatig besproeien met water ( in een plantenspuit ) en met de hand doorheen de vacht wrijven. Wassen vermijden !
Opvoeding van de Ierse Waterspaniel
De Ierse Water Spaniël leert snel en vraagt om een baas met een consequente aanpak. De Ierse Waterspaniel vereist veel lichaamsbeweging. Water en zwemmen zijn z'n favorieten.
Rasvereniging van de Ierse Waterspaniel
http://www.iwsvn.nl
De Ierse Waterspaniel behoort tot de Rasgroep "Staande Jachthonden, Spaniels en Retrievers"
Geschiedenis van de Ierse Waterspaniel
De Ierse Waterspaniel ( ofwel Irish Water Spaniel ), de grootste van alle Spaniels, heeft een oude afstamming. Perzische manuscripten uit 4000 voor Christus geven de aanwezigheid van 'Water Honden' in Ierland aan. In juridische documenten uit het Christelijk tijdperk worden 'Ierse Spaniels' specifiek genoemd. Archeologen hebben schedels, die dateren uit de achtste eeuw, opgegraven van honden die sprekend op de moderne Ierse Waterspaniel moeten hebben geleken.. Het is zeer moeilijk om de voorouders van de Ierse Waterspaniel exact te achterhalen. De Poedel was oorspronkelijk waarschijnlijk een Waterspaniel en dus niet de voorvader, zoals velen geloofden. Volgens de meest betrouwbare theorie is het ras het resultaat van kruisingen tussen honden die door de eerste bewoners van het land Ierland werden ingevoerd. Zij kwamen van de Kaukasus via Spanje. De rasnaam geeft al aan dat deze honden zich in het water in hun element voelen. Hij is geschikt voor de jacht op waterwild en kan uitstekend apporteren. Ze kunnen urenlang in het water vertoeven. De dicht ingeplante, dikke vacht met stijve krullen houdt de huid droog. De staart is gedeeltelijk onbehaard. Ierse Waterspaniels zijn zeer trouw.
Karakter van de Ierse Waterspaniel
Moedig en intelligent, werklust. Zeer trouw aan de baas en familie. De Ierse Water Spaniël is gereserveerd naar vreemden.
De Waterspaniel, die nooit verlegen is, is stoutmoedig en enthousiast. Hij is onbevreesd en effectief in het veld, in het bijzonder wanneer hij waterwild apporteert. Verzorging is een noodzaak, maar nooit vervelend. Hij is intelligent, waakzaam, gehoorzaam, liefdevol en tamelijk gelijkmatig van temperament.
Rasstandaard van de Ierse Waterspaniel
Kenmerkende eigenschappen
De Ierse Water Spaniel is een buitenbeentje in de spanielvariëteiten. Niet alleen door zijn schofthoogte van ongeveer 58 centimeter en zijn beharing onderscheidt hij zich van de andere spaniels, maar ook door zijn karakter en wijze van jagen.
Algemeen beeld
De Ierse Water Spaniel is een jachthond, gefokt voor het werk in alle soorten van jacht en in het bijzonder geschikt voor de jacht op waterwild. Zijn geschiktheid voor dit doel moet blijken uit zijn uiterlijk; hij is een sterk gebouwde, compacte hond, intelligent, met een groot uithoudingsvermogen en vurig van aard.
Karakter
In eerste instantie afwachtend, trouw en toegewijd, met een aantrekkelijk gevoel voor humor en een standvastige aard.
Kop en schedel
De kop moet flink van grootte zijn. De schedel hooggewelfd, van goede lengte en breed genoeg om voldoende ruimte te bieden aan de hersenen. De voorsnuit lang, krachtig en enigszins vierkant met een geleidelijk verlopende stop.
De neus ruim en goed ontwikkeld, donker leverkleurig. Het geheel mag geen grove indruk maken.
Ogen
Betrekkelijk klein, amandelvormig, middel- tot donkerbruin van kleur, helder en oplettend.
Oren
Lang, de huid lobvormig, laag aangezet, vlak tegen de wangen hangend en bedekt met lange, gedraaide krullen.
Gebit
Een compleet, regelmatig schaargebit.
Hals
Stevig overgaand in de schouders, krachtig, gebogen en lang genoeg om het hoofd goed boven de ruglijn te dragen.
Voorhand
De schouders moeten krachtig zijn en schuin aanliggen. De borstkas diep en van flinke omvang. De voorpoten dienen stevige botten te hebben en recht te zijn met goed naar beneden geleide opperarmbeenderen die een steunpunt voor het onderarmbeen zijn zodat elleboog en knie op een rechte lijn liggen met de schoudertop.
Lichaam
Moet van goede afmetingen zijn. De rug kort, breed en horizontaal, krachtig verbonden met de achterhand. De ribben dienen goed gewelfd achter de schouder te liggen zodat zij het lichaam als geheel tonvormig doen lijken. De lendenen diep en breed.
Achterhand
Krachtig, met goede gehoekte kniegewrichten en lage hakken.
Voeten
Moeten groot zijn, enigszins rond en gespreid, goed bedekt met haar over en tussen de tenen.
Staart
Moet kort en recht zijn, dik aan de wortel en uitlopend in een fijne punt. Hij moet laag aangezet zijn, recht en lager dan de ruglijn worden gedragen; de lengte mag niet tot aan de hak reiken. Zo’n 7,5 à 10 centimeter moet bij de aanzet bedekt zijn met korte krullen die plotseling ophouden. Het overige deel moet kaal of bedekt zijn met fijn kort haar.
Gangen/beweging
Vlot en stuwend, langgestrekt en karakteristiek rollend geaccentueerd door de tonvormige ribben.
Beharing
Moet samengesteld zijn uit dichte, vaste, stijve krullen vrij van elke wolligheid. Het haar moet een natuurlijke vettigheid hebben. De voorpoten bedekt met een bevedering in krullen of krulletjes tot aan de voet. De bevedering moet rondom overvloedig zijn, ofschoon korter aan de voorzijde. Beneden de hakken moeten de achterpoten aan de voorzijde glad zijn, maar aan de achterzijde bevederd tot aan de voeten. De hals moet bedekt zijn met krullen, gelijk aan die op het lichaam. De keel moet glad behaard zijn, het gladde haar moet een V-vormige piek vormen van de achterzijde van de onderkaak tot het borstbeen. De voorsnuit moet glad zijn en de schedel bedekt met lange krullen in de vorm van een uitgesproken kuif die in een duidelijke piek tot in de punt tussen de ogen groeit.
Kleur
Een warme, donkere leverkleur die een purperachtige teint heeft die bijzonder is voor het ras en ook wel wordt aangeduid als ‘puce-liver’ (purperachtig bruin).
Grootte
Schofthoogte: reuen ongeveer 53 tot 58 centimeter. Teven ongeveer 51 tot 56 centimeter.
Gedrag/temperament
Moedig en intelligent, eager. Zeer trouw aan de baas en familie. Gereserveerd naar vreemden.
Fouten
Iedere afwijking van de hierboven vermelde punten moet als een fout worden aangemerkt, de mate waarin moet in verhouding staan tot de ernst van de fout.
N.B. Reuen behoren twee duidelijk waarneembare normale testikels te hebben, die volledig in het scrotum zijn afgedaald.
De standaard van de Ierse Water Spaniel is uitvoerig beschreven. Ondanks het feit dat men rasspecifieke eigenschappen zo exact mogelijk heeft vastgesteld, blijft de standaard op verschillende manieren uit te leggen. In de standaard staat bijvoorbeeld dat het hoofd van flinke grootte moet zijn. Wat de ene keurmeester groot vindt kan door een andere keurmeester anders worden ervaren. De interpretatie van de standaard kan dus verschillend zijn. Het beoordelen van een Ierse Water Spaniel is vooral een kwestie van ervaring; het gaat om het totaalbeeld, het type. Een hond kan op ieder afzonderlijk punt een voldoende scoren maar toch géén goed totaalbeeld weergeven.
Verzorging van de Ierse Waterspaniel
VACHT : krulhaar met ondervacht; m.a.w. de dekharen en wolharen zijn sterk gekruld en voelen vettig aan. VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : met een grove kam de losse haren wegkammen. GROTE BEHANDELING : in de rui, wolharen en losse dekharen uitharken Wel moet men de hond regelmatig besproeien met water ( in een plantenspuit ) en met de hand doorheen de vacht wrijven. Wassen vermijden !
Opvoeding van de Ierse Waterspaniel
De Ierse Water Spaniël leert snel en vraagt om een baas met een consequente aanpak. De Ierse Waterspaniel vereist veel lichaamsbeweging. Water en zwemmen zijn z'n favorieten.
Rasvereniging van de Ierse Waterspaniel
http://www.iwsvn.nl
