Rasgroep van de Kai Inu
De Kai Inu behoort tot de Rasgroep "Keesachtigen en Poolhonden"
Geschiedenis van de Kai Inu
De Kai Hond ( of Kai Inu, Tora Inu, Kai Tora Ken ) heeft als oorspronkelijke benaming de Tora en behoort tot de rashondengroep van de Aziatische Keeshonden en soortgelijken. De discussie in Japan over de honden van de twintigste eeuw moet begonnen zijn met de grote import van Westerse rassen naar Japan na de Eerste Wereldoorlog. De Japanners waren zo onder de indruk van de mogelijkheden van de Pointer en de Alsatian, dat inheemse fokkers deze nieuwe honden verkozen boven de traditionele Japanse rassen. In een onderzoek van Haruo Isogai in de jaren dertig van de twintigste eeuw, deelde hij de honden in naar afmetingen en probeerde zo de inheemse rassen van het land te hergroeperen en nieuw leven in te blazen. Er werd vaak aan de Kai Hond gerefereerd als de 'Deerhound' en hij is een goede jager, alhoewel hij weinig buiten zijn land van oorsprong gezien wordt. De Tora ( in het nederlands 'tijger' ) is een middelgrote hond, en een klassiek Japans type.
Karakter van de Kai Inu
De Kai is een harde hond die te allen tijde zeer waakzaam is en alert. Hij is taai, zeer nehendig en altijd werkbereid. Het is geen makkelijke hond, hij is zeer zelfstandig en hard voor zichzelf.
De Kai van nu is leergieriger en milder dan zijn voorouders. De naam 'tijger' wijst wellicht op zijn gestroomde ( gestreepte ) vacht, of zou die op zijn omtembare aard slaan ? Het is een zeer behendige hond, altijd waakzaam en moedig.
Rasstandaard van de Kai Inu
Hoofd: Brede schedel met duidelijke stop, wangen, wigvormige en stompe voorsnuit, vlakke neusrug met een zwarte neusspiegel.
Ogen: Klein, driehoekig en donker.
Oren: Middelgroot, driehoekig, rechtopstaand naar voren hellend.
Gebit: Scharend
Hals: Krachtig en gespierd.
Lichaam: Een vlakke en korte rug, brede en krachtige lendenen, diepe borstkas met goed gewelfde ribben en opgetrokken buiklijn.
Ledematen: Normale hoekingen van zowel voor- als achterhand. Krachtige botten, rechte voorbenen en evenwijdige achterbenen. Lage sprongen.
Voeten: Dik, rond en goed gesloten. Donkere nagels.
Staart: Hoog aangezet, dik en krachtig, opgerold of in een boog (sikkel) over de rug gedragen. In uitgestrekte toestand moet de staart tot de punt van het spronggewricht reiken.
Gangwerk: Ruim uitgrijpend lichtvoetig gangwerk.
Vacht: Recht, hard dekhaar met een zachte dichte ondervacht. Op de staart is de vacht langer.
Kleur: Zwart, Rood of Zwart Brindle. Witte aftekeningen op de borst en buik is toegestaan.
Schofthoogte: Reuen 50-56 cm en teven 46-50 cm.
Gezondheid van de Kai Inu
De Kai kan HD-(heupdysplasie), PL (Patella Luxatie) en oog-problemen hebben.
De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.
De HD, PL en oog-test worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD wordt een rontgenfoto gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
De ogen worden mbv de ECVO-test door een specialist uitgevoerd.
PL wordt handmatig getest.
De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.
Bij PL en de ECVO-test is VRIJ de uitslag die je op het certificaat wil zien.
Verzorging van de Kai Inu
VACHT : normaal stokhaar, m.a.w. 6 cm lange dekharen met een ondervacht. De beharing op de kop en poten vormen dus geen lastige klitvorming. De bovenvacht is hard en goed gesloten. Deze honden hebben een wat vollere broek en staart, waar eventueel klittenvorming kan voorkomen. VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : met grove borstel en kam. GROTE BEHANDELING : in de rui met het herdersharkje de losse dekharen en ondervacht uitharken. Liever niet wassen, maar af en toe moet het toch. Oren reinigen, kijken of er vuil in de ogen zit en reinigen, en drogen. Nagels knippen indien nodig. Het teveel aan haar tussen de voetzolen wegknippen.
VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT : vrijwel geen klitvorming, dus niet zoveel onderhoud nodig. In de verharingsperiode bezorgt deze hond echter veel haaroverlast, ook al doet men er veel aan.
Opvoeding van de Kai Inu
Een pittige en consequente aanpak die puur op het werken gericht is zal het beste bij dt type hond passen. Hoewel de Kai van tegenwoordig wat milder van aard is, is het nog steeds een absolute eenmanshond en geen gezelschapshond.
Dit ras heeft veel ruimte en beweging nodig.
De Kai Inu behoort tot de Rasgroep "Keesachtigen en Poolhonden"
Geschiedenis van de Kai Inu
De Kai Hond ( of Kai Inu, Tora Inu, Kai Tora Ken ) heeft als oorspronkelijke benaming de Tora en behoort tot de rashondengroep van de Aziatische Keeshonden en soortgelijken. De discussie in Japan over de honden van de twintigste eeuw moet begonnen zijn met de grote import van Westerse rassen naar Japan na de Eerste Wereldoorlog. De Japanners waren zo onder de indruk van de mogelijkheden van de Pointer en de Alsatian, dat inheemse fokkers deze nieuwe honden verkozen boven de traditionele Japanse rassen. In een onderzoek van Haruo Isogai in de jaren dertig van de twintigste eeuw, deelde hij de honden in naar afmetingen en probeerde zo de inheemse rassen van het land te hergroeperen en nieuw leven in te blazen. Er werd vaak aan de Kai Hond gerefereerd als de 'Deerhound' en hij is een goede jager, alhoewel hij weinig buiten zijn land van oorsprong gezien wordt. De Tora ( in het nederlands 'tijger' ) is een middelgrote hond, en een klassiek Japans type.
Karakter van de Kai Inu
De Kai is een harde hond die te allen tijde zeer waakzaam is en alert. Hij is taai, zeer nehendig en altijd werkbereid. Het is geen makkelijke hond, hij is zeer zelfstandig en hard voor zichzelf.
De Kai van nu is leergieriger en milder dan zijn voorouders. De naam 'tijger' wijst wellicht op zijn gestroomde ( gestreepte ) vacht, of zou die op zijn omtembare aard slaan ? Het is een zeer behendige hond, altijd waakzaam en moedig.
Rasstandaard van de Kai Inu
Hoofd: Brede schedel met duidelijke stop, wangen, wigvormige en stompe voorsnuit, vlakke neusrug met een zwarte neusspiegel.
Ogen: Klein, driehoekig en donker.
Oren: Middelgroot, driehoekig, rechtopstaand naar voren hellend.
Gebit: Scharend
Hals: Krachtig en gespierd.
Lichaam: Een vlakke en korte rug, brede en krachtige lendenen, diepe borstkas met goed gewelfde ribben en opgetrokken buiklijn.
Ledematen: Normale hoekingen van zowel voor- als achterhand. Krachtige botten, rechte voorbenen en evenwijdige achterbenen. Lage sprongen.
Voeten: Dik, rond en goed gesloten. Donkere nagels.
Staart: Hoog aangezet, dik en krachtig, opgerold of in een boog (sikkel) over de rug gedragen. In uitgestrekte toestand moet de staart tot de punt van het spronggewricht reiken.
Gangwerk: Ruim uitgrijpend lichtvoetig gangwerk.
Vacht: Recht, hard dekhaar met een zachte dichte ondervacht. Op de staart is de vacht langer.
Kleur: Zwart, Rood of Zwart Brindle. Witte aftekeningen op de borst en buik is toegestaan.
Schofthoogte: Reuen 50-56 cm en teven 46-50 cm.
Gezondheid van de Kai Inu
De Kai kan HD-(heupdysplasie), PL (Patella Luxatie) en oog-problemen hebben.
De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.
De HD, PL en oog-test worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD wordt een rontgenfoto gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
De ogen worden mbv de ECVO-test door een specialist uitgevoerd.
PL wordt handmatig getest.
De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.
Bij PL en de ECVO-test is VRIJ de uitslag die je op het certificaat wil zien.
Verzorging van de Kai Inu
VACHT : normaal stokhaar, m.a.w. 6 cm lange dekharen met een ondervacht. De beharing op de kop en poten vormen dus geen lastige klitvorming. De bovenvacht is hard en goed gesloten. Deze honden hebben een wat vollere broek en staart, waar eventueel klittenvorming kan voorkomen. VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : met grove borstel en kam. GROTE BEHANDELING : in de rui met het herdersharkje de losse dekharen en ondervacht uitharken. Liever niet wassen, maar af en toe moet het toch. Oren reinigen, kijken of er vuil in de ogen zit en reinigen, en drogen. Nagels knippen indien nodig. Het teveel aan haar tussen de voetzolen wegknippen.
VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT : vrijwel geen klitvorming, dus niet zoveel onderhoud nodig. In de verharingsperiode bezorgt deze hond echter veel haaroverlast, ook al doet men er veel aan.
Opvoeding van de Kai Inu
Een pittige en consequente aanpak die puur op het werken gericht is zal het beste bij dt type hond passen. Hoewel de Kai van tegenwoordig wat milder van aard is, is het nog steeds een absolute eenmanshond en geen gezelschapshond.
Dit ras heeft veel ruimte en beweging nodig.