Rasgroep van de IJslandse Hond
De IJslandse Hond behoort tot de Rasgroep "Keesachtigen en Poolhonden"
Geschiedenis van de IJslandse Hond
De IJslandse Hond - in de IJslandse taal Íslenskur Fjárhundur genoemd - bestaat sedert eeuwen in IJsland. Zijn oorspronkelijke naam was Islandsk Fårehund. Hij is waarschijnlijk door de Noren daar gebracht. In een onderzoek naar dit ras in 1877 verdeelde dr. Fitzinger het ras in twee categorieën, een onderverdeling die niet langer in Ijsland bestaat. Andere benamingen voor deze hond : de Ijslandse Herdershond - Ijslandse Spitz - Strutottur. De rasstandaard werd reeds in 1898 in Denemarken opgesteld. De IJslandse Hond heeft eeuwenlang dienst gedaan op boerderijen, vooral als herdershond van schapen en paarden. Hij heeft nagenoeg geen jachtinstinct, daarentegen is zijn herdersinstinct sterk ontwikkeld. Vanwege hun belangrijke rol werden ze bij het fokken zowel op verdienste als op karakter geselecteerd. Door deze langdurige selectie is de hond volkomen goedhartig, want kwaadaardige honden werden kordaat afgemaakt. Het zijn bijzondere schone honden, ze wassen zichzelf regelmatig en zien er altijd keurig verzorgd uit : een echte wasbeurt is zelden nodig. De vacht en de ondervacht verschillen wezenlijk van die van de Groenland Hond, zijn Poolbroertje. De vacht van de Ijslander is niet zo lang. Een goed verzorgde hond komt normaal gezien alleen bij de dierenarts voor zijn entingen en behoudt tot op hoge leeftijd zijn vitaliteit. Een leeftijd van 13-14 jaar is geen uitzondering. Het ras is geschikt voor gezinnen van alle leeftijden, ook voor ouderen, die van een goede wandeling houden.
Karakter van de IJslandse Hond
de Ijslandse Hond is een ideale kameraad, vrolijk tegen iedereen en buitengewoon lief en betrouwbaar bij kinderen. Hij ziet er vriendelijk uit, dikwijls met een glimlachende snuit en altijd bewegende oren, houdt ervan om aangehaald te worden en vlijt zich graag aan de voet. Meerdere honden liggen dikwijls dicht bij elkaar. De IJslandse Hond is tolerant tegenover soortgenoten en andere huisdieren. Hij is leergierig en sportief, vlug, soepel in zijn bewegingen en heeft een geweldig uithoudingsvermogen. Het is een schrandere, trouwe en betrouwbare waakhond met een moedige, levendige en nieuwsgierige ingesteldheid. Wanneer je hem aandachtig bekijkt is het net alsof hij 'tevredenheid' uitstraalt. Het is een blaffer, wat hem als waakhond interessant maakt.
Rasstandaard van de IJslandse Hond
Op IJsland hebben ze maar één nationaal ras en noemen ze hem: Islenskur Fjárhundur. Hij behoort tot de spitsen en oertypen (FCI groep 5, sectie 3) maar omdat zijn taak vooral die van een herder was wordt hij ook wel eens (foutief) IJslandse herdershond genoemd. De honden stammen waarschijnlijk allemaal af van de honden die door de Noormannen mee werden genomen naar IJsland. Er is dan ook duidelijk verwantschap te herkennen met andere Noorse honden, met name met de Buhund en de Finse
Lappenhond. Eenheid in het uiterlijk was op IJsland niet belangrijk, hij moest qua type geschikt zijn voor het klimaat en voor zijn werk als hoeder en drijver van schapen en paarden. De rasstandaard werd al in 1898 in Denemarken opgesteld.
Pas sinds ongeveer 25 jaar zijn de IJslandse hondjes in Nederland bekend en op dit moment zijn hier enkele honderden honden
Verschijning
De IJslandse hond is een niet al te grote, goed gebouwde hond van het spitstype. Hij is niet grof, ook te niet licht gebouwd, maar geselecteerd op uithoudingsvermogen. Het hoofd is krachtig gebouwd met een duidelijk uitgesproken stop (niet hoog), een strakke huid en de schedel is enigszins gewelfd. De rechtopstaande oren zijn middelgroot, bijna een gelijkzijdige driehoekig en zijn zeer beweeglijk. . De ogen zijn middelgroot, amandelvormig en donker (naar gelang de vachtkleur). Zwarte neus en strakke lippen en een volledig schaargebit.
Hij heeft een rechthoekig en krachtig lichaam en de lengte is in verhouding tot de gehele verschijning. De hals is van gemiddelde lengte en het hoofd moet hoog gedragen worden. Hij heeft sterke, normaal gehoekte benen en een opvallend kenmerk aan de achterpoten: Hubertusklauwen (liefst dubbele, extra tenen). De staart wordt gekruld over de rug gedragen.
Gangwerk: de hond beweegt zich krachtig, snel en moeiteloos en vertoont goed uithoudingsvermogen. Hij heeft een dikke, uitstaande vacht.
Er zijn 2 typen vacht: een lange en een middellange stokharige vacht, beide met een langere kraag, broek en volle pluimstaart. Bijzonder is dat de vacht absoluut vrij is van hondenlucht. De vacht heeft niet onderhoudt nodig, maar 1 á 2 keer per jaar verhaart hij behoorlijk. De IJslandse hond mag in verschillende kleuren voorkomen, als één kleur maar overheerst, vooral rood, maar ook zwart(tricolour) en blond komen vaak voor, altijd met witte aftekeningen. Schofthoogte is voor reuen 46 cm en voor teven 42 cm.
Karakter:
De IJslander is vrolijk, energiek, gezellig en zeer attent. Er bestaat geen ander ras waarbij de oortjes zo beweeglijk zijn als bij de IJslander. Hij heeft een veelvuldig "lachend" gezicht en een zeer duidelijke lichaamstaal. Door de zware selecties op IJsland als werkhond is het tevens een perfect gezinshondje geworden,
maar zoals alle rassen heeft zijn karakter zowel voor als nadelen: Aanhankelijk: hij houdt zijn baas goed in de gaten, hierdoor kunnen de meeste IJslanders prima loslopen. Hij is graag de hele dag samen met de baas op pad of ligt graag aan je voeten. Maar door zijn aanhankelijke aard kunnen sommigen niet goed (lang) alleen thuis zijn. Waaks: hij blaft zonder agressie als hij iets geks hoort of bij (ongewenst) bezoek, soms ook van vrolijke opwinding maar sommigen kunnen ook wel eens iets te veel blaffen. Vriendelijk: hij is dol op mensen, jong en oud en is absoluut vrij van agressie, mits natuurlijk goed gesocialiseerd en normaal behandeld. Ook met andere honden kunnen ze het meestal goed vinden zonder al te veel "machogedrag".
Katten en andere dieren geven ook geen enkel probleem. Wel vindt hij het soms leuk om te verdrijven: vooral vogels zijn de pineut.
Het is nog een echte werkhond, elke dag heeft hij minimaal twee uur lichamelijke actie én geestelijke stimulans nodig. De IJslander is dus ongeschikt voor luie bazen! Hij is vrij gevoelig voor intonaties en hierdoor goed op te voeden en te trainen voor allerlei takken van de hondensport. Hierdoor is hij ongeschikt voor mensen met een harde hand, met een vrolijke positieve training en consequente duidelijkheid kun je met hem ver komen. De IJslander is over het algemeen een sterke en gezonde hond en leeftijden van 15 tot 18 jaar zijn geen uitzonderingen. Het ras kent gelukkig weinig erfelijke gezondheidsproblemen. Leden van Vereniging voor de IJslandse hond in Nederland dienen te fokken volgens de regels van de Vereniging; hierdoor probeert men het ras gezond te houden.
Gezondheid van de IJslandse Hond
Er zijn geen rasspecifieke ziekten bekend. Wel komen allegieën vaak voor.
Verzorging van de IJslandse Hond
Het zijn bijzonder schone honden, ze wassen zichzelf regelmatig en zien er altijd keurig verzorgd uit. Een echte wasbeurt is zelden nodig. Na een boswandeling kan de hond er vreselijk uitzien, maar laat hem drogen en hij schudt alles weer van zich af. Ze hebben geen "hondenlucht" en zo nu en dan licht borstelen is voldoende. In de ruiperiode (reuen 1x per jaar, teven 2x per jaar) moeten de losse haren grondig met een borstel verwijderd worden. Regelmatig moeten de nagels van de wolfsklauwen, een raskenmerk dat niet verwijderd mag worden, worden geknipt. De nagels komen bij het lopen niet op de grond en slijten dus niet, ze groeien en krullen om. De hond kan ermee blijven hangen en de klauwen kunnen inscheuren.
De IJslandse Hond is een gezonde, robuuste hond. Een goed verzorgde hond komt in de regel alleen bij de dierenarts voor zijn entingen en behoudt tot op hoge leeftijd, 13-14 jaar is geen uitzondering, zijn vitaliteit. Belangrijk recept voor een goede gezondheid is voldoende beweging, liefst zo'n 1½ á 2 uur per dag, hoewel hij het veel langer kan volhouden !!
Hoewel de IJslandse Hond door zijn dubbeldikke vacht heel goed bestand is tegen extreme koude, warmt hij zich graag in het zonnetje.
Door de groeiende populariteit van het ras hebben een aantal fervente liefhebbers in 1991 de "Vereniging de IJslandse Hond in Nederland" opgericht. In maart 1999 verkreeg de vereniging zijn definitieve erkenning door de Raad van Beheer.
In 1996 besloten enkele landen samen te gaan werken om dit schitterende, oude ras te behouden. Deze landen zijn: het moederland IJsland, Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken, Nederland en Duitsland.
Opvoeding van de IJslandse Hond
het is een plezier voor baas en hond om samen te werken : behendigheid, lange wandelingen, trimmen, fietsen, enz. zijn prima geschikt voor dit ras. De IJslandse Hond is een gezonde en robuuste hond die wel behoefte heeft aan veel lichaamsbewegingj
Rasvereniging van de IJslandse Hond
www.verenigingijslandsehond.nl
IJslandse Hond pup aanschaffen
Door de rasvereniging wordt 750 euro geadviseerd( hond met stamboom). Hier wordt wel eens vanaf geweken als de hond b.v. niet aan de ras-eisen voldoed.(geen hubertusklauwen aan de achterpoten waar dubbele gewenst zijn, zeker enkel)
De IJslandse Hond behoort tot de Rasgroep "Keesachtigen en Poolhonden"
Geschiedenis van de IJslandse Hond
De IJslandse Hond - in de IJslandse taal Íslenskur Fjárhundur genoemd - bestaat sedert eeuwen in IJsland. Zijn oorspronkelijke naam was Islandsk Fårehund. Hij is waarschijnlijk door de Noren daar gebracht. In een onderzoek naar dit ras in 1877 verdeelde dr. Fitzinger het ras in twee categorieën, een onderverdeling die niet langer in Ijsland bestaat. Andere benamingen voor deze hond : de Ijslandse Herdershond - Ijslandse Spitz - Strutottur. De rasstandaard werd reeds in 1898 in Denemarken opgesteld. De IJslandse Hond heeft eeuwenlang dienst gedaan op boerderijen, vooral als herdershond van schapen en paarden. Hij heeft nagenoeg geen jachtinstinct, daarentegen is zijn herdersinstinct sterk ontwikkeld. Vanwege hun belangrijke rol werden ze bij het fokken zowel op verdienste als op karakter geselecteerd. Door deze langdurige selectie is de hond volkomen goedhartig, want kwaadaardige honden werden kordaat afgemaakt. Het zijn bijzondere schone honden, ze wassen zichzelf regelmatig en zien er altijd keurig verzorgd uit : een echte wasbeurt is zelden nodig. De vacht en de ondervacht verschillen wezenlijk van die van de Groenland Hond, zijn Poolbroertje. De vacht van de Ijslander is niet zo lang. Een goed verzorgde hond komt normaal gezien alleen bij de dierenarts voor zijn entingen en behoudt tot op hoge leeftijd zijn vitaliteit. Een leeftijd van 13-14 jaar is geen uitzondering. Het ras is geschikt voor gezinnen van alle leeftijden, ook voor ouderen, die van een goede wandeling houden.
Karakter van de IJslandse Hond
de Ijslandse Hond is een ideale kameraad, vrolijk tegen iedereen en buitengewoon lief en betrouwbaar bij kinderen. Hij ziet er vriendelijk uit, dikwijls met een glimlachende snuit en altijd bewegende oren, houdt ervan om aangehaald te worden en vlijt zich graag aan de voet. Meerdere honden liggen dikwijls dicht bij elkaar. De IJslandse Hond is tolerant tegenover soortgenoten en andere huisdieren. Hij is leergierig en sportief, vlug, soepel in zijn bewegingen en heeft een geweldig uithoudingsvermogen. Het is een schrandere, trouwe en betrouwbare waakhond met een moedige, levendige en nieuwsgierige ingesteldheid. Wanneer je hem aandachtig bekijkt is het net alsof hij 'tevredenheid' uitstraalt. Het is een blaffer, wat hem als waakhond interessant maakt.
Rasstandaard van de IJslandse Hond
Op IJsland hebben ze maar één nationaal ras en noemen ze hem: Islenskur Fjárhundur. Hij behoort tot de spitsen en oertypen (FCI groep 5, sectie 3) maar omdat zijn taak vooral die van een herder was wordt hij ook wel eens (foutief) IJslandse herdershond genoemd. De honden stammen waarschijnlijk allemaal af van de honden die door de Noormannen mee werden genomen naar IJsland. Er is dan ook duidelijk verwantschap te herkennen met andere Noorse honden, met name met de Buhund en de Finse
Lappenhond. Eenheid in het uiterlijk was op IJsland niet belangrijk, hij moest qua type geschikt zijn voor het klimaat en voor zijn werk als hoeder en drijver van schapen en paarden. De rasstandaard werd al in 1898 in Denemarken opgesteld.
Pas sinds ongeveer 25 jaar zijn de IJslandse hondjes in Nederland bekend en op dit moment zijn hier enkele honderden honden
Verschijning
De IJslandse hond is een niet al te grote, goed gebouwde hond van het spitstype. Hij is niet grof, ook te niet licht gebouwd, maar geselecteerd op uithoudingsvermogen. Het hoofd is krachtig gebouwd met een duidelijk uitgesproken stop (niet hoog), een strakke huid en de schedel is enigszins gewelfd. De rechtopstaande oren zijn middelgroot, bijna een gelijkzijdige driehoekig en zijn zeer beweeglijk. . De ogen zijn middelgroot, amandelvormig en donker (naar gelang de vachtkleur). Zwarte neus en strakke lippen en een volledig schaargebit.
Hij heeft een rechthoekig en krachtig lichaam en de lengte is in verhouding tot de gehele verschijning. De hals is van gemiddelde lengte en het hoofd moet hoog gedragen worden. Hij heeft sterke, normaal gehoekte benen en een opvallend kenmerk aan de achterpoten: Hubertusklauwen (liefst dubbele, extra tenen). De staart wordt gekruld over de rug gedragen.
Gangwerk: de hond beweegt zich krachtig, snel en moeiteloos en vertoont goed uithoudingsvermogen. Hij heeft een dikke, uitstaande vacht.
Er zijn 2 typen vacht: een lange en een middellange stokharige vacht, beide met een langere kraag, broek en volle pluimstaart. Bijzonder is dat de vacht absoluut vrij is van hondenlucht. De vacht heeft niet onderhoudt nodig, maar 1 á 2 keer per jaar verhaart hij behoorlijk. De IJslandse hond mag in verschillende kleuren voorkomen, als één kleur maar overheerst, vooral rood, maar ook zwart(tricolour) en blond komen vaak voor, altijd met witte aftekeningen. Schofthoogte is voor reuen 46 cm en voor teven 42 cm.
Karakter:
De IJslander is vrolijk, energiek, gezellig en zeer attent. Er bestaat geen ander ras waarbij de oortjes zo beweeglijk zijn als bij de IJslander. Hij heeft een veelvuldig "lachend" gezicht en een zeer duidelijke lichaamstaal. Door de zware selecties op IJsland als werkhond is het tevens een perfect gezinshondje geworden,
maar zoals alle rassen heeft zijn karakter zowel voor als nadelen: Aanhankelijk: hij houdt zijn baas goed in de gaten, hierdoor kunnen de meeste IJslanders prima loslopen. Hij is graag de hele dag samen met de baas op pad of ligt graag aan je voeten. Maar door zijn aanhankelijke aard kunnen sommigen niet goed (lang) alleen thuis zijn. Waaks: hij blaft zonder agressie als hij iets geks hoort of bij (ongewenst) bezoek, soms ook van vrolijke opwinding maar sommigen kunnen ook wel eens iets te veel blaffen. Vriendelijk: hij is dol op mensen, jong en oud en is absoluut vrij van agressie, mits natuurlijk goed gesocialiseerd en normaal behandeld. Ook met andere honden kunnen ze het meestal goed vinden zonder al te veel "machogedrag".
Katten en andere dieren geven ook geen enkel probleem. Wel vindt hij het soms leuk om te verdrijven: vooral vogels zijn de pineut.
Het is nog een echte werkhond, elke dag heeft hij minimaal twee uur lichamelijke actie én geestelijke stimulans nodig. De IJslander is dus ongeschikt voor luie bazen! Hij is vrij gevoelig voor intonaties en hierdoor goed op te voeden en te trainen voor allerlei takken van de hondensport. Hierdoor is hij ongeschikt voor mensen met een harde hand, met een vrolijke positieve training en consequente duidelijkheid kun je met hem ver komen. De IJslander is over het algemeen een sterke en gezonde hond en leeftijden van 15 tot 18 jaar zijn geen uitzonderingen. Het ras kent gelukkig weinig erfelijke gezondheidsproblemen. Leden van Vereniging voor de IJslandse hond in Nederland dienen te fokken volgens de regels van de Vereniging; hierdoor probeert men het ras gezond te houden.
Gezondheid van de IJslandse Hond
Er zijn geen rasspecifieke ziekten bekend. Wel komen allegieën vaak voor.
Verzorging van de IJslandse Hond
Het zijn bijzonder schone honden, ze wassen zichzelf regelmatig en zien er altijd keurig verzorgd uit. Een echte wasbeurt is zelden nodig. Na een boswandeling kan de hond er vreselijk uitzien, maar laat hem drogen en hij schudt alles weer van zich af. Ze hebben geen "hondenlucht" en zo nu en dan licht borstelen is voldoende. In de ruiperiode (reuen 1x per jaar, teven 2x per jaar) moeten de losse haren grondig met een borstel verwijderd worden. Regelmatig moeten de nagels van de wolfsklauwen, een raskenmerk dat niet verwijderd mag worden, worden geknipt. De nagels komen bij het lopen niet op de grond en slijten dus niet, ze groeien en krullen om. De hond kan ermee blijven hangen en de klauwen kunnen inscheuren.
De IJslandse Hond is een gezonde, robuuste hond. Een goed verzorgde hond komt in de regel alleen bij de dierenarts voor zijn entingen en behoudt tot op hoge leeftijd, 13-14 jaar is geen uitzondering, zijn vitaliteit. Belangrijk recept voor een goede gezondheid is voldoende beweging, liefst zo'n 1½ á 2 uur per dag, hoewel hij het veel langer kan volhouden !!
Hoewel de IJslandse Hond door zijn dubbeldikke vacht heel goed bestand is tegen extreme koude, warmt hij zich graag in het zonnetje.
Door de groeiende populariteit van het ras hebben een aantal fervente liefhebbers in 1991 de "Vereniging de IJslandse Hond in Nederland" opgericht. In maart 1999 verkreeg de vereniging zijn definitieve erkenning door de Raad van Beheer.
In 1996 besloten enkele landen samen te gaan werken om dit schitterende, oude ras te behouden. Deze landen zijn: het moederland IJsland, Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken, Nederland en Duitsland.
Opvoeding van de IJslandse Hond
het is een plezier voor baas en hond om samen te werken : behendigheid, lange wandelingen, trimmen, fietsen, enz. zijn prima geschikt voor dit ras. De IJslandse Hond is een gezonde en robuuste hond die wel behoefte heeft aan veel lichaamsbewegingj
Rasvereniging van de IJslandse Hond
www.verenigingijslandsehond.nl
IJslandse Hond pup aanschaffen
Door de rasvereniging wordt 750 euro geadviseerd( hond met stamboom). Hier wordt wel eens vanaf geweken als de hond b.v. niet aan de ras-eisen voldoed.(geen hubertusklauwen aan de achterpoten waar dubbele gewenst zijn, zeker enkel)