Ras groep van de Spinone Italiano:
De Spinone Italiano behoort tot de Rasgroep "Staande Jachthonden, Spaniels en Retrievers"
Geschiedenis van de Spinone Italiano:
De Italiaanse Spinone ( of Spinone Italiano, Italiaanse Ruwharige Pointer ) behoort tot een groep van zeer oorspronkelijke staande jachthonden, waartoe ook de Bracco Italiano en de Spaanse en Portugese Staande Jachthonden behoren. Er is één verschil, de Spinone is ruwharig. Daarom wordt hij ook wel in verband gebracht met de Duitse Staande Hond, Draadhaar en Duitse Staande Hond, Korthaar en Noord-Italiaanse en Franse Griffons. Hij komt oorspronkelijk uit Bresse, een Franse streek, en vond van daar uit zijn weg naar Piedmont in Italië. Hij lijkt overigens sterk op de Griffon Korthals. De Spinone is een specialist in het aanwijzen van wild. Hij maakt geen gebruik van het grondspoor, maar van de 'verwaaiing', de geur van het wild die door de lucht zweeft. In Italië werd het ras vooral gebruikt voor de jacht in moerasrijk en bosrijk gebied. Als alle continentale jachthonden is ook hij een veelzijdig werker.
Karakter van de Spinone Italiano:
spinones zijn allemansvriendjes, met kinderen zijn ze over het algemeen de beste maatjes. ongewenst of gewenst bezoek wordt warm onthaald. het zijn geen goede waakhonden.
Rasstandaard van de Spinone Italiano:
De Spinone Italiano
De Spinone Italiano is naast de Bracco Italiano waarschijnlijk het oudste jachthondenras van Italië. Was de Spinone in eigen land al meer dan duizend jaar bekend, nu reikt zijn faam ook over de landsgrenzen.
De jagende Spinone vindt zijn plaats in het rijtje van de voorstaande honden die met effectieve snelheid onder het geweer jagen. Vóór het schot als een voorstaande hond en na het schot als apporterende hond. Vergelijken is lastig. Sommigen zeggen: Vergelijk je een Pointer met een Porsche, dan kun je een Spinone als een vierwiel-aangedreven terreinwagen beschouwen. Dat zegt genoeg over de stijl van de jagende Spinone. Vanwege zijn grove zware bouw, dikke huid en ruwharige vacht dendert de Spinone door ieder type terrein. Dichte braamstruiken, ruige rietkanten, ruwe en moeilijk begaanbare hellingen, zeer koud water, het deert de Spinone niet. Rustig werkend komt de hond overal doorheen, schuwt geen dekking en laat geen wild zitten.
Snel is de Spinone niet. Toch is dit ras uitermate effectief. Op grote afstand ruikt de Spinone fazant of patrijs en jaagt daar dan in zijn kenmerkende stijl in goed contact met de voorjager naar toe.
Het is juist het gangwerk waardoor de Spinone zich onderscheidt van de andere staande honden. De hond galoppeert eigenlijk zelden maar legt het parcours dravend af. Deze gang wordt ook aangeduid als "trotten". Bergafwaarts kan de hond wel eens in galop gaan, maar de typische draf is het meest wenselijk. Met een gewicht van 35 tot 40 kilo en een schofthoogte van 70 cm blijkt deze manier van bewegen en jagen het meest effectief.
Werken met de Spinone is plezierig, haast relaxed. Een stabiel karakter, een sterke wil om wild te vinden en te apporteren, schotvastheid en de altijd aanwezige "will to please" maken dat de Spinone in de praktische jacht zeer bruikbaar is. Door het rustige tempo waarin de Spinone zijn opdrachten uitvoert, wordt wild niet snel voorbijgelopen. De Spinone is niet kieskeurig en apporteert zonder moeite haas, eend of vos, en is daarbij bijzonder zacht in de bek. Verder kent het ras geen watervrees en heeft door de ruige dikke vacht niet snel last van de kou.
Men moet niet denken dat een Spinone een gemakkelijk af te richten hond is. Want onder hun haast menselijke uitdrukking zit toch een eigenwijze kop. Maar met voldoende ervaring en met veel tijd kan men een heel eind komen. Deze grote, stoere jachthond verdient een zachte, vriendelijke hand van iemand, die veel geduld in opvoeding en africhting wil steken.
.....
" Over de naamsaanduiding van deze grote, zware, ruigbehaarde Staande Hond bestaan veelopvattingen en dit geldt ook voor het ontstaan van dit Italiaanse ras. Sommige onderzoekers menen in de naam Spinone het woord "espion", "espaignole" en "spioen" te herkennen, namen voor zogenaamde vogelhonden, die uitsluitend werden ingezet voor de jacht op hoenders, eenden en houtsnippen. Weer anderen vermoeden de naamgeving van het ras afkomstig van ruige, draadachtige of borstelige beharing en derhalve werden de honden Bracco Spinose genoemd.
Het ras is vermoedelijk ontstaan uit kruisingen van de kortharige Bracco Italiano met ruwharige Istrianer Brakken in het oostelijk deel van Lombardije. In de moerassige gebieden, vooral in het lagunegebied in de omgeving van Venetië werden deze ruwharige honden gebruikt voor de jacht op eenden en snippen en in de drogere en bergachtige streken van Lombardije en Zuid-Tirol zette men deze honden in bij de patrijzenjacht.
Sommige jagers hechtten voorkeur aan de witte honden met oranjekleurige vlekken, die beter tegen de hitte bestand waren dan de bruinschimmels. Van eenheid in type was absoluut geen sprake; men verlangde honden die perfect joegen en in de verschillende landstreken van Italië werden voortdurend kruisingen met goed jagende honden van andere rassen toegepast.
De eerste standaard werd in 1887 opgesteld die naderhand met een zekere regelmaat werd veranderd, omdat veel dieren niet beantwoordden. Nadat Prof. Solaro in 1939 opnieuween lijst van raspunten had opgesteld kwam er geleidelijk aan meer eenheid in exterieur en beweging zonder de jachtcapaciteiten te verwaarlozen.
In grote lijnen streefde men naar een rechthoekig formaat van het lichaam, de geëigende bouw voor een draver met goed gehoekte ledematen en krachtige lange spieren. Een diepe, matig brede borst, die ver naar achteren doorloopt, geeft veel ruimte voor hart en longen en is een garantie voor het uithoudingsvermogen.
De krachtige benen met sterke goed gesloten voeten en taaie zoolballen vervolmaken het beeld van een stugge, onvermoeibare werker. De huid moet gelijken op die van het rund, hard en stevig, bedekt met draadhaar, dat niet langer mag zijn dan 5 cm. De staart wordt horizontaal of hangend gedragen en gecoupeerd tot een lengte van ongeveer 20 cm.
De grootte van de reuen varieert van 60 tot 70 cm en van de teven tussen 58 en 65 cm.
De Spinone komt voor in de kleuren wit, wit met oranje vlekjes en platen, wit met bruine vlekken of platen. Bruinschimmels zijn ook toegestaan. Van de Spinone wordt niet alleen verlangd dat hij alle facetten van het jachtbedrijf beheerst, maar ook als waakhond zijn mannetje staat."
(uit Handboek Kynologie juni 1999)
Gezondheid van de Spinone Italiano:
De Spinone kan HD (heupdysplasie) hebben.
De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.
De HD-test worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD wordt een rontgenfoto gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.
Verzorging van de Spinone Italiano:
VERHARING :
blokverharing.
DAGELIJKSE BEHANDELING :
met een grove kam en borstel de losse haren verwijderen. Het is ten strengste verboden om de Spinone te trimmen !
Opvoeding van de Spinone Italiano:
Door zijn vriendelijke en zachte karakter is de Spinone makkelijk te trainen. Zijn kalmte en rust past niet bij iedereen. De Spinone gedijdt het beste bij mensen die even rustig en onverstoorbaar zijn als hijzelf en die bovendien begrip hebben voor zijn zachtheid en aanhankelijkheid.
Rasvereniging van de Spinone Italiano:
http://www.verenigingitaliaansestaandejachthonden.nl/
De Spinone Italiano behoort tot de Rasgroep "Staande Jachthonden, Spaniels en Retrievers"
Geschiedenis van de Spinone Italiano:
De Italiaanse Spinone ( of Spinone Italiano, Italiaanse Ruwharige Pointer ) behoort tot een groep van zeer oorspronkelijke staande jachthonden, waartoe ook de Bracco Italiano en de Spaanse en Portugese Staande Jachthonden behoren. Er is één verschil, de Spinone is ruwharig. Daarom wordt hij ook wel in verband gebracht met de Duitse Staande Hond, Draadhaar en Duitse Staande Hond, Korthaar en Noord-Italiaanse en Franse Griffons. Hij komt oorspronkelijk uit Bresse, een Franse streek, en vond van daar uit zijn weg naar Piedmont in Italië. Hij lijkt overigens sterk op de Griffon Korthals. De Spinone is een specialist in het aanwijzen van wild. Hij maakt geen gebruik van het grondspoor, maar van de 'verwaaiing', de geur van het wild die door de lucht zweeft. In Italië werd het ras vooral gebruikt voor de jacht in moerasrijk en bosrijk gebied. Als alle continentale jachthonden is ook hij een veelzijdig werker.
Karakter van de Spinone Italiano:
spinones zijn allemansvriendjes, met kinderen zijn ze over het algemeen de beste maatjes. ongewenst of gewenst bezoek wordt warm onthaald. het zijn geen goede waakhonden.
Rasstandaard van de Spinone Italiano:
De Spinone Italiano
De Spinone Italiano is naast de Bracco Italiano waarschijnlijk het oudste jachthondenras van Italië. Was de Spinone in eigen land al meer dan duizend jaar bekend, nu reikt zijn faam ook over de landsgrenzen.
De jagende Spinone vindt zijn plaats in het rijtje van de voorstaande honden die met effectieve snelheid onder het geweer jagen. Vóór het schot als een voorstaande hond en na het schot als apporterende hond. Vergelijken is lastig. Sommigen zeggen: Vergelijk je een Pointer met een Porsche, dan kun je een Spinone als een vierwiel-aangedreven terreinwagen beschouwen. Dat zegt genoeg over de stijl van de jagende Spinone. Vanwege zijn grove zware bouw, dikke huid en ruwharige vacht dendert de Spinone door ieder type terrein. Dichte braamstruiken, ruige rietkanten, ruwe en moeilijk begaanbare hellingen, zeer koud water, het deert de Spinone niet. Rustig werkend komt de hond overal doorheen, schuwt geen dekking en laat geen wild zitten.
Snel is de Spinone niet. Toch is dit ras uitermate effectief. Op grote afstand ruikt de Spinone fazant of patrijs en jaagt daar dan in zijn kenmerkende stijl in goed contact met de voorjager naar toe.
Het is juist het gangwerk waardoor de Spinone zich onderscheidt van de andere staande honden. De hond galoppeert eigenlijk zelden maar legt het parcours dravend af. Deze gang wordt ook aangeduid als "trotten". Bergafwaarts kan de hond wel eens in galop gaan, maar de typische draf is het meest wenselijk. Met een gewicht van 35 tot 40 kilo en een schofthoogte van 70 cm blijkt deze manier van bewegen en jagen het meest effectief.
Werken met de Spinone is plezierig, haast relaxed. Een stabiel karakter, een sterke wil om wild te vinden en te apporteren, schotvastheid en de altijd aanwezige "will to please" maken dat de Spinone in de praktische jacht zeer bruikbaar is. Door het rustige tempo waarin de Spinone zijn opdrachten uitvoert, wordt wild niet snel voorbijgelopen. De Spinone is niet kieskeurig en apporteert zonder moeite haas, eend of vos, en is daarbij bijzonder zacht in de bek. Verder kent het ras geen watervrees en heeft door de ruige dikke vacht niet snel last van de kou.
Men moet niet denken dat een Spinone een gemakkelijk af te richten hond is. Want onder hun haast menselijke uitdrukking zit toch een eigenwijze kop. Maar met voldoende ervaring en met veel tijd kan men een heel eind komen. Deze grote, stoere jachthond verdient een zachte, vriendelijke hand van iemand, die veel geduld in opvoeding en africhting wil steken.
.....
" Over de naamsaanduiding van deze grote, zware, ruigbehaarde Staande Hond bestaan veelopvattingen en dit geldt ook voor het ontstaan van dit Italiaanse ras. Sommige onderzoekers menen in de naam Spinone het woord "espion", "espaignole" en "spioen" te herkennen, namen voor zogenaamde vogelhonden, die uitsluitend werden ingezet voor de jacht op hoenders, eenden en houtsnippen. Weer anderen vermoeden de naamgeving van het ras afkomstig van ruige, draadachtige of borstelige beharing en derhalve werden de honden Bracco Spinose genoemd.
Het ras is vermoedelijk ontstaan uit kruisingen van de kortharige Bracco Italiano met ruwharige Istrianer Brakken in het oostelijk deel van Lombardije. In de moerassige gebieden, vooral in het lagunegebied in de omgeving van Venetië werden deze ruwharige honden gebruikt voor de jacht op eenden en snippen en in de drogere en bergachtige streken van Lombardije en Zuid-Tirol zette men deze honden in bij de patrijzenjacht.
Sommige jagers hechtten voorkeur aan de witte honden met oranjekleurige vlekken, die beter tegen de hitte bestand waren dan de bruinschimmels. Van eenheid in type was absoluut geen sprake; men verlangde honden die perfect joegen en in de verschillende landstreken van Italië werden voortdurend kruisingen met goed jagende honden van andere rassen toegepast.
De eerste standaard werd in 1887 opgesteld die naderhand met een zekere regelmaat werd veranderd, omdat veel dieren niet beantwoordden. Nadat Prof. Solaro in 1939 opnieuween lijst van raspunten had opgesteld kwam er geleidelijk aan meer eenheid in exterieur en beweging zonder de jachtcapaciteiten te verwaarlozen.
In grote lijnen streefde men naar een rechthoekig formaat van het lichaam, de geëigende bouw voor een draver met goed gehoekte ledematen en krachtige lange spieren. Een diepe, matig brede borst, die ver naar achteren doorloopt, geeft veel ruimte voor hart en longen en is een garantie voor het uithoudingsvermogen.
De krachtige benen met sterke goed gesloten voeten en taaie zoolballen vervolmaken het beeld van een stugge, onvermoeibare werker. De huid moet gelijken op die van het rund, hard en stevig, bedekt met draadhaar, dat niet langer mag zijn dan 5 cm. De staart wordt horizontaal of hangend gedragen en gecoupeerd tot een lengte van ongeveer 20 cm.
De grootte van de reuen varieert van 60 tot 70 cm en van de teven tussen 58 en 65 cm.
De Spinone komt voor in de kleuren wit, wit met oranje vlekjes en platen, wit met bruine vlekken of platen. Bruinschimmels zijn ook toegestaan. Van de Spinone wordt niet alleen verlangd dat hij alle facetten van het jachtbedrijf beheerst, maar ook als waakhond zijn mannetje staat."
(uit Handboek Kynologie juni 1999)
Gezondheid van de Spinone Italiano:
De Spinone kan HD (heupdysplasie) hebben.
De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.
De HD-test worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD wordt een rontgenfoto gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.
Verzorging van de Spinone Italiano:
VERHARING :
blokverharing.
DAGELIJKSE BEHANDELING :
met een grove kam en borstel de losse haren verwijderen. Het is ten strengste verboden om de Spinone te trimmen !
Opvoeding van de Spinone Italiano:
Door zijn vriendelijke en zachte karakter is de Spinone makkelijk te trainen. Zijn kalmte en rust past niet bij iedereen. De Spinone gedijdt het beste bij mensen die even rustig en onverstoorbaar zijn als hijzelf en die bovendien begrip hebben voor zijn zachtheid en aanhankelijkheid.
Rasvereniging van de Spinone Italiano:
http://www.verenigingitaliaansestaandejachthonden.nl/