Rasbeschrijving van de Barzoi DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.


Word lid van het forum, het is snel en gemakkelijk

Rasbeschrijving van de Barzoi DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Rasbeschrijving van de Barzoi

    L.G.R
    L.G.R
    Moderator
    Moderator


    Aantal berichten : 187
    Punten : 562
    Registratiedatum : 15-04-11
    Leeftijd : 43
    Woonplaats : Amsterdam

    Rasbeschrijving van de Barzoi Empty Rasbeschrijving van de Barzoi

    Bericht  L.G.R za 16 apr 2011, 10:57

    De Barzoi behoort tot de Rasgroep "Windhonden"
    Geschiedenis van de Barzoi

    De afstamming gaat terug tot de Oude Russische windhond met toevoeging van krim- en bergwindhondebloed. De Barzoi was door de Eerste Wereldoorlog en de Russische revolutie bijna uitgestorven. De Hertogin van Newcastle in Engeland ging met de Barzoi fokken samen met de groothertog Nicolai Nicolajevich in Rusland.
    Karakter van de Barzoi

    Het karakter van de Barsoi is rustig, beheerst, aanhankelijk maar ook eigenzinnig. Het zijn thuis gemakkelijke en betrouwbare honden, die met liefde en goede verzorging trouwe metgezellen zijn. Hoewel de Barsoi geen hond is om af te richten, zal hij bij een rustige, gelijkmatige bejegening gemakkelijk een levenswijze aanvaarden die hem een evenwichtige kameraad maakt.
    Rasstandaard van de Barzoi

    Barzoi, Russische Windhond

    Algemeen

    De algemene verschijning van de Barzoi wordt vooral gekenmerkt door zijn grootte, zijn rijke vacht, de schoonheid van de kleuren, de evenredige verhoudingen, de sierlijkheid en harmonie van zijn belijningen en bewegingen. Karakter uit zich in het algemeen in edele kalmte, terughoudendheid en zelfverzekerdheid. Als jagende hond is hij snel en heeft hij uithoudingsvermogen. In een gevecht kan hij een gevaarlijk tegenstander zijn. Het gangwerk is tijdens langzame en snelle draf verend en uitgrijpend. Als hij jaagt beweegt hij in een matige draf totdat hij het wild waarneemt. Tijdens de jacht in een snelle galop beweegt hij zich met zwevende, reusachtige sprongen.

    Hoofd

    Zowel van opzij als van boven gezien lang, smal, droog en fijn besneden. Lengte en breedte in verhouding met de lengte en de breedte van het lichaam. De snuit is iets langer dan de schedel. Bijzonder kenmerkend is het profiel. De stop ontbreekt. Vlak, licht naar achteren aflopend voorhoofd. Schedel smal en met goed geprononceerde occiput. Snuit krachtig, lang, smal,droog, met geringe diepte. Zwart gepigmenteerde neusspiegel, ongeacht de kleur van de vacht.

    Gebit

    Compleet, goed sluitend, sterk schaar- of tanggebit.

    Oren

    Hoog en ver naar achteren aangezet, betrekkelijk klein, fijn, smal en puntig. In rust moeten ze naar achteren op de nek liggen (roze oor), waarbij de toppen vlak bij elkaar liggen. Bij waakzaamheid zijn ze opgericht en vallen de toppen iets naar voren.

    Ogen

    Groot, amandelvormig, donkerkastanjebruine kleur. Betrekkelijk dicht bij elkaar en enigszins achter het midden van het hoofd. Uitdrukking zachtaardig maar levendig. Oogleden schuin geplaatst en zwart gepigmenteerd.

    Lichaam

    Schouderhoogte reuen 70-82 cm en hoger, teven ongeveer 5 cm lager. Schouderhoogte gelijk aan of maar iets hoger dan het hoogste punt van het kruis. In het algemeen zal de grotere hoogte de voorkeur krijgen, zolang harmonie, algemene verschijning en snelheid niet worden aangetast. Lange, goed gespierde hals, aan de zijden plat, bovenbelijning licht gebogen, rijk behaard, zonder keelhuid. Rug vormt vooral bij reu een lichte boog. Bij de teef mag de bovenbelijning vlakker zijn. Niet geprononceerde schoft. Betrekkelijke lange en zeer diepe borst, reikend tot de ellebogen. Naar verhouding echter smal en vlak (lichte ribwelving). De borstkas vormt een (benedenwaartse) bolle welving. Buik goed opgetrokken en licht geprononceerd. Lang, breed, sterk gespierd kruis. De gewelfde ruglijn gaat vloeiend over in een enigszins hellend kruis.
    De afstand tussen de twee heupbeenderen moet minstens een handbreedte zijn ( 8 cm). Schouders lang, smal en vlak, maar droog gespierd en goed aangesloten aan het lichaam. De toppen van de schouderbladen steken niet boven de wervels uit. Schouder- en ellebooghoeken zijn zeer stomp. De huid is dun, meestal strak, niet los, goed gepigmenteerd ( ook bij witte honden).

    Benen

    Lang, droog, goed gespierd, van voren en opzij gezien recht. Hoekingen in totaal betrekkelijk steil. Te steile hoekingen ('pilaarbenen') zijn fout. Alle beenderen, vooral die van de voorbenen, van aanzienlijke lengte. Lengte van de voorbenen is ongeveer de helft van de schouderhoogte. Langer, betrekkelijke steile, droog gespierde opperarm. Ellebogen moeten naar achteren liggen, niet naar binnen en naar buiten gedraaid. Voorbeen bijzonder lang en verticaal. Smal van voren, maar opzij breed dankzij de sterke spieren. Aan de achterkant bevederd. Polsgewricht sterk en slechts licht gebogen. Voormiddenvoet betrekkelijk kort, moet niet recht zijn. Achterhand lang, goed gespierd en niet zo recht als de voorhand. Van achteren gezien zijn de benen recht en evenwijdig, maar instant wijder dan in het front.
    Van opzij gezien zijn ze enigszins naar achteren geplaatst. Lange, brede, zeer krachtige bovendij, met droge spieren.
    De achterkant heeft een zware broek. Het kniegewricht is goed te onderscheiden. Onderdijen lang en goed gespierd. Hakken kort, maar hoger geplaatst dan de polsen, in een rechte lijn (verticaal) met de grond. Spronggewricht laag geplaatst, krachtig, breed en droog, van opzij gezien is de belijning van voren enigszins hol.

    Voeten

    Voeten staan evenwijdig, zijn smal, ovaal, met behoorlijk gebogen en aangesloten tenen en met harde, goed gepigmenteerde nagels en voetzolen.

    Staart

    Laag aangezet, sabel- of sikkelvormig, sterk, overvloedig bevederd en zolang mogelijk. In rust wordt de staart in een sierlijke boog gedragen en bij opwinding hoger, maar niet boven de ruglijn. Een staart die een krul heeft, opzij gebogen is of te hoog wordt gedragen, is een schoonheidsfout.

    Vacht

    Zijdeachtig textuur, lang, golvend of gekruld. Vooral overvloedig aan de hals, onderaan de borst en op de achterkant van voor- en achterbenen. Kort haar, kleine krullen of dicht gekruld haar zijn schoonheidsfouten.

    Kleur

    Wit, goud in alle schakeringen, goud met zilveren schakeringen, donker niet-egaal goud, rood, niet egaal zwart met donkere snuit en benen grijs (asgrijs tot geelgrijs), gestroomd goud, rood of grijs met lange donkere strepen, alle schakeringen van deze kleuren. Scherpe aftekeningen ("brand") zijn toegestaan, maar niet gewenst. Typisch voor donkere honden is een zwart masker en grote, donkere vlekken. Al deze kleuren effen of op een witte ondergrond. Bij effen (eenkleurige) honden is de kleur op de bovenkant van het lichaam meestal donkerder dan op de buik en op de achterkant van de benen.

    Bijzonderheden

    Fouten en tekortkomingen : lichaam te hoog, te diep,te lang, 5 cm of meer ondermaats. Te scherpe aftekeningen, koffiekleurig, vlekjes als stippels. Korte, draderige vacht, onvoldoende vacht, onvoldoende ontwikkelde broek en bevedering, ruwe vacht, dichte vacht die over het hele lichaam gelijk is verdeeld. Zichtbare stop, grove en geprononceerde wangen, te spitse snuit, lichtgekleurde neusspiegel. Oren zijn te laag aangezet, staat te ver uit elkaar, staan onvoldoende dicht tegen de hals, hebben grote, grove, ronde randen. Te kleine oogleden, lichtgekleurde ogen, lichtgekleurde oogranden. Ronde, grove hals.
    Te smalle of te ronde borst. Smalle rug, dromedarisrug, karperrug of een dip (inkeping naar omlaag), zijn ernstige fouten. Een rechte rug is bij een reu een heel ernstige fout, bij de teef iets minder. Smal, onvoldoende kruis. Onvoldoende opgetrokken, buitensporig lang kruis. Zwakke polsen, ellebogen naar binnen of naar buiten gedraaid, Franse stand, lomp of zwaar gangwerk, tekenen van rachitis. Achterhand koehakkig, o-benig, zwak ontwikkeld spronggewricht, te steile achterhand, benen te dik. Spreidtenen. Ronde, vlezige voeten. Staart kort, gekruld, hoog gedragen, opzij gedraaid, onvoldoende ontwikkelde bevedering.
    Gezondheid van de Barzoi

    De gezondheid van een barzoi is over het algemeen goed alleen is hij door zijn bouw gevoeliger voor maagtorsies. Na het eten moet dus altijd een periode van rust in acht worden genomen.
    Verzorging van de Barzoi

    De dagelijkse verzorging van zijn lange, zijdeachtige vacht (die golvend of gelokt is) vergt veel tijd. Men kan het best een kam, een borstel en een vochtige zeemleren lap gebruiken. Vooral het dichte sierhaar op de borst, aan de achterkant van de poten en aan de staart vraagt veel aandacht. De kleuren van de barzoi variëren van wit via goud en rood tot grijs en zwart. Er komen ook veel gestroomde dieren voor, die donkere strepen over de rug vertonen. Ook gevlekte barzois in wit en rood, geel, grijs, bruin of zwart ziet men geregeld.
    Opvoeding van de Barzoi

    Als wind- en jachthond (van huis uit) hebben zij wel veel beweging nodig en regelmatig lange wandelingen of een vrij spel in het veld zijn voor dit ras onontbeerlijk.
    Rasvereniging van de Barzoi

    www.barsoiclub.nl

    Rasbeschrijving van de Barzoi Basenji1_120x120Rasbeschrijving van de Barzoi Basenji_120x120

      Het is nu vr 22 nov 2024, 22:26