De Appenzeller Sennenhond behoort tot de Rasgroep "Herdershonden"
Geschiedenis van de Appenzeller Sennenhond
De stamboom van de Zwitserse Sennenhonden is al tweeduizend jaar oud. Toen trokken Romeinse legers naar het noorden. Ze namen grote, zware doggen mee om het meegebrachte vee op te jagen. Naarmate de reis vorderde, werden de kudden kleiner en de honden bleven in de Zwitserse dalen achter. Uit deze honden ontwikkelde zich plaatstelijke varieteiten, die door de boeren voornamelijk als veedrijver, herders-, trek- en waakhond werden gebruikt. Hun gemeenschappelijke naam werd Sennenhond (alpenhond). De rassen werden na verloop van tijd echter erg zeldzaam, maar dankzij een groots opgezette reddingsoperatie en doelgericht fokken, slaagden de Zwitserse kynologen erin ze in stand te houden. De Appenzeller Sennenhond is een van deze vier rassen.
Karakter van de Appenzeller Sennenhond
Energiek, onbevreesd en trouw.lief en schattig
Rasstandaard van de Appenzeller Sennenhond
Rasbeschrijving Appenzeller Sennenhond
======================================
*Oorsprong ras:
De oorsprong van dit middelgrote ras gaat terug naar de boerenhonden die in de Zwitserse Alpen, speciaal in het kanton Appenzell, van oudsher gebruikt werden als veedrijvers en -hoeders en als waakhonden. Zij behoren samen met de Berner Senner, Grote Zwitser en Entlebucher tot de vier Sennenhondenrassen. Dezelfde kenmerken zien we ook terug bij de andere Sennenhonden: driekleurig, harmonisch, zelfverzekerd en onbevreesd en met één zeer typische eigenschap van de Appenzeller: iets wantrouwend tegenover vreemden. In het begin van de twintigste eeuw legden enkele liefhebbers van deze destijds in uiterlijke verschijning weinig uniforme honden zich toe op de doelgerichte zuivere fokkerij. In 1906 werd toen de Zwitserse Club voor Appenzeller Sennenhonden opgericht. Prof. Dr. Albert Heim, een grote bevorderaar van de Zwitserse hondenrassen, legde in 1914 de eerste standaard voor de Appenzeller Sennenhond vast.
*Karakter
De Appenzeller is een zeer oplettende en alerte hond met een pittig en levendig temperament. Wantrouwend van aard met een zelfverzekerd karakter. Dus aanhalen is in het begin erg onverstandig, negeren en afwachten is bij deze honden het beste. Hij is van een gemiddelde hardheid, verdraagt echter geen harde aanpak maar vraagt als het ware om een consequente en duidelijke opvoeding en leiding, anders neemt hij zeer snel zelf het voortouw. Is zeer gebonden aan het gezin, huis en hof, is daarbij zeer waaks en zal zich doen gelden wanneer het nodig is. Hij heeft een feilloos gevoel voor goed of kwaad, maakt duidelijk onderscheid tussen zijn eigen vertrouwde wereld en al het vreemde daarbuiten. Beweging is voor deze fanatieke berghonden zeer belangrijk. Over het algemeen kunnen het hele goede veedrijvers worden. Ook zwemmen kunnen ze heerlijk vinden. Qua intelligentie worden de Appenzellers gezien als zeer slimme honden.
*Uiterlijke kenmerken
-Algemeen beeld
Middelgrote, vrijwel vierkant gebouwde, in alle opzichten harmonisch ontwikkelde, krachtig bespierde en levendige hond met een humoristische expressie.
-Grootte
Schofthoogte reuen 52 - 56 cm getolereerd 50 - 58 cm
Schofthoogte teven 50 - 54 cm getolereerd 48 - 56 cm
-Gewicht
Reuen 25 tot 32 kg
Teven 20 tot 28 kg
-Hoofd
In afmeting harmonisch in verhouding tot het lichaam. Bovenschedel vrij vlak, het breedst tussen de oren en naar voren toe gelijkmatig toelopend. Lichte groef in het voorhoofd tussen de ogen. Geleidelijk verlopende stop en vrij vlakke overgang van de zijkant van de schedel naar de voorsnuit. Vrij krachtige voorsnuit, die zich naar de neus toe iets versmalt. De lengte van de voorsnuit verhoudt zich tot de lengte van de bovenschedel als 4 : 5. Oren vrij hoog aangezet, aangesloten tegen het hoofd hangend gedragen, driehoekig van model. Bij attentie bij de aanzet opgetrokken en naar voren gedraaid, zodat van voren bezien het gehele hoofd tezamen met de oren uitgesproken driehoekig lijkt. Vrij klein, amandelvormig, donkerbruin iets schuin geplaatst oog met een levendige expressie. Zwarte neus. Schaargebit ( Tanggebit is toegestaan ). Lippen droog en gesloten.
-Hals
Van gemiddelde lengte, krachtig en droog. Diepe borst met duidelijk zichtbare voorborst.
-Lichaam
Vaste en rechte rug. Rond-ovale doorsnede van de ribbenkast. De ruglijn met de benen en de bodemlijn vormen een rechthoek, waarbij de verhouding tussen de schofthoogte en de lichaamslengte 9 : 10 bedraagt. Krachtige lendenen.
-Staart
Hoog aangezet, krachtig, van gemiddelde lengte, dicht behaard met iets langere beharing aan de onderzijde. Bij het gaan boven het kruis en iets zijwaarts opgerold gedragen.
-Benen
Krachtige botten. Lange schuingestelde schouder, bovenarm slechts iets korter dan het schouderblad. Voorbenen van alle kanten bezien recht. Achterbenen met naar verhouding bezien lange voorvoetsbeenderen en goed gehoekte gewrichten. Korte, krachtige, goed gesloten voeten. De wolfsklauwen moeten verwijderd zijn.
-Beharing
Stokhaar, stevig en vlak aanliggend, dicht en glanzend. De onderwol zwart of bruin, grijze onderwol is ongewenst.
-Kleuren
Zwarte of chocolade-bruine grondkleur met roestbruine en witte symmetrische aftekeningen. Roestbruine vlekken boven de ogen mogen niet ontbreken. Duidelijk zichtbare witte bles op het voorhoofd, doorlopend over de voorsnuit en deze omvattend. Wit aan de hals en de borst, dat niet onderbroken mag zijn, aan alle vier de voeten en aan de staartpunt. Het roestbruin aan de benen, ter weerszijden van het hoofd en de voorsnuit en aan de borst dient steeds tussen het wit en de zwarte of chocolade-bruine grondkleur te zijn. Een nekvlek en een smalle halve witte halsring zijn toegestaan, een zeer smalle hele halsring is toegestaan, maar niet gewenst.
-Gangwerk
Ruim en soepel gangwerk met een goede stuwing.
@Cindy@
Gezondheid van de Appenzeller Sennenhond
Appenzellers hebben een levensverwachting van 11-13 jaar. Uitschieters van ouder dan 16 jaar zijn mogelijk. Zij hebben dus de langste levensverwachting van de verschillende Sennenrassen. Door het feit dat bij de start van de raszuiverheid fok dit ras de grootste groep vertegenwoordigers telde, gaat men er van uit dat daardoor weinig van inteelt sprake kon zijn.
Punten van aandacht zijn de gewrichten. Bij de fok moeten de ouders een HD- en PL(patella luxatie)onderzoek hebben gehad. Verder wordt er vaak een Elleboogdysplasie-onderzoek(ED) gedaan. Dit is echter niet verplicht.
Verzorging van de Appenzeller Sennenhond
Dit zijn herdershonden en hebben dus veel beweging nodig. Ze zijn vol energie en moeten deze energie dus met regelmaat kwijt kunnen. Dagelijkse wandelingen en speel beurten zijn dus een must.
Opvoeding van de Appenzeller Sennenhond
Een eigenwijze soort hond en best moeilijk op te voeden. Het is beslist geen hond voor beginnende hondeneigenaren tenzij de nieuwe eigenaren weten waar ze aan beginnen en de hond duidelijk en consequent opvoeden. Een hondencursus is ook belangrijk bij dit ras.
Rasvereniging van de Appenzeller Sennenhond
http://www.sennenweb.nl/
http://www.hondenpage.com
Overige informatie over de Appenzeller Sennenhond
Het zijn superlieve honden en ze leren heel snel. Vooral als de beloning gevarieerd is zijn het honden die in een mum van tijd een nieuw trucje onder de knie hebben.
hij wil graag nieuwe dingen leren.
als je aardig tegen hem doet, doet hij ook lief tegen jou
Appenzeller Sennenhond pup aanschaffen
Pups moeten in een huiselijke sfeer opgroeien met moederhonden. Beide ouderhonden moeten vrij zijn van erfelijke aandoeningen.
Geschiedenis van de Appenzeller Sennenhond
De stamboom van de Zwitserse Sennenhonden is al tweeduizend jaar oud. Toen trokken Romeinse legers naar het noorden. Ze namen grote, zware doggen mee om het meegebrachte vee op te jagen. Naarmate de reis vorderde, werden de kudden kleiner en de honden bleven in de Zwitserse dalen achter. Uit deze honden ontwikkelde zich plaatstelijke varieteiten, die door de boeren voornamelijk als veedrijver, herders-, trek- en waakhond werden gebruikt. Hun gemeenschappelijke naam werd Sennenhond (alpenhond). De rassen werden na verloop van tijd echter erg zeldzaam, maar dankzij een groots opgezette reddingsoperatie en doelgericht fokken, slaagden de Zwitserse kynologen erin ze in stand te houden. De Appenzeller Sennenhond is een van deze vier rassen.
Karakter van de Appenzeller Sennenhond
Energiek, onbevreesd en trouw.lief en schattig
Rasstandaard van de Appenzeller Sennenhond
Rasbeschrijving Appenzeller Sennenhond
======================================
*Oorsprong ras:
De oorsprong van dit middelgrote ras gaat terug naar de boerenhonden die in de Zwitserse Alpen, speciaal in het kanton Appenzell, van oudsher gebruikt werden als veedrijvers en -hoeders en als waakhonden. Zij behoren samen met de Berner Senner, Grote Zwitser en Entlebucher tot de vier Sennenhondenrassen. Dezelfde kenmerken zien we ook terug bij de andere Sennenhonden: driekleurig, harmonisch, zelfverzekerd en onbevreesd en met één zeer typische eigenschap van de Appenzeller: iets wantrouwend tegenover vreemden. In het begin van de twintigste eeuw legden enkele liefhebbers van deze destijds in uiterlijke verschijning weinig uniforme honden zich toe op de doelgerichte zuivere fokkerij. In 1906 werd toen de Zwitserse Club voor Appenzeller Sennenhonden opgericht. Prof. Dr. Albert Heim, een grote bevorderaar van de Zwitserse hondenrassen, legde in 1914 de eerste standaard voor de Appenzeller Sennenhond vast.
*Karakter
De Appenzeller is een zeer oplettende en alerte hond met een pittig en levendig temperament. Wantrouwend van aard met een zelfverzekerd karakter. Dus aanhalen is in het begin erg onverstandig, negeren en afwachten is bij deze honden het beste. Hij is van een gemiddelde hardheid, verdraagt echter geen harde aanpak maar vraagt als het ware om een consequente en duidelijke opvoeding en leiding, anders neemt hij zeer snel zelf het voortouw. Is zeer gebonden aan het gezin, huis en hof, is daarbij zeer waaks en zal zich doen gelden wanneer het nodig is. Hij heeft een feilloos gevoel voor goed of kwaad, maakt duidelijk onderscheid tussen zijn eigen vertrouwde wereld en al het vreemde daarbuiten. Beweging is voor deze fanatieke berghonden zeer belangrijk. Over het algemeen kunnen het hele goede veedrijvers worden. Ook zwemmen kunnen ze heerlijk vinden. Qua intelligentie worden de Appenzellers gezien als zeer slimme honden.
*Uiterlijke kenmerken
-Algemeen beeld
Middelgrote, vrijwel vierkant gebouwde, in alle opzichten harmonisch ontwikkelde, krachtig bespierde en levendige hond met een humoristische expressie.
-Grootte
Schofthoogte reuen 52 - 56 cm getolereerd 50 - 58 cm
Schofthoogte teven 50 - 54 cm getolereerd 48 - 56 cm
-Gewicht
Reuen 25 tot 32 kg
Teven 20 tot 28 kg
-Hoofd
In afmeting harmonisch in verhouding tot het lichaam. Bovenschedel vrij vlak, het breedst tussen de oren en naar voren toe gelijkmatig toelopend. Lichte groef in het voorhoofd tussen de ogen. Geleidelijk verlopende stop en vrij vlakke overgang van de zijkant van de schedel naar de voorsnuit. Vrij krachtige voorsnuit, die zich naar de neus toe iets versmalt. De lengte van de voorsnuit verhoudt zich tot de lengte van de bovenschedel als 4 : 5. Oren vrij hoog aangezet, aangesloten tegen het hoofd hangend gedragen, driehoekig van model. Bij attentie bij de aanzet opgetrokken en naar voren gedraaid, zodat van voren bezien het gehele hoofd tezamen met de oren uitgesproken driehoekig lijkt. Vrij klein, amandelvormig, donkerbruin iets schuin geplaatst oog met een levendige expressie. Zwarte neus. Schaargebit ( Tanggebit is toegestaan ). Lippen droog en gesloten.
-Hals
Van gemiddelde lengte, krachtig en droog. Diepe borst met duidelijk zichtbare voorborst.
-Lichaam
Vaste en rechte rug. Rond-ovale doorsnede van de ribbenkast. De ruglijn met de benen en de bodemlijn vormen een rechthoek, waarbij de verhouding tussen de schofthoogte en de lichaamslengte 9 : 10 bedraagt. Krachtige lendenen.
-Staart
Hoog aangezet, krachtig, van gemiddelde lengte, dicht behaard met iets langere beharing aan de onderzijde. Bij het gaan boven het kruis en iets zijwaarts opgerold gedragen.
-Benen
Krachtige botten. Lange schuingestelde schouder, bovenarm slechts iets korter dan het schouderblad. Voorbenen van alle kanten bezien recht. Achterbenen met naar verhouding bezien lange voorvoetsbeenderen en goed gehoekte gewrichten. Korte, krachtige, goed gesloten voeten. De wolfsklauwen moeten verwijderd zijn.
-Beharing
Stokhaar, stevig en vlak aanliggend, dicht en glanzend. De onderwol zwart of bruin, grijze onderwol is ongewenst.
-Kleuren
Zwarte of chocolade-bruine grondkleur met roestbruine en witte symmetrische aftekeningen. Roestbruine vlekken boven de ogen mogen niet ontbreken. Duidelijk zichtbare witte bles op het voorhoofd, doorlopend over de voorsnuit en deze omvattend. Wit aan de hals en de borst, dat niet onderbroken mag zijn, aan alle vier de voeten en aan de staartpunt. Het roestbruin aan de benen, ter weerszijden van het hoofd en de voorsnuit en aan de borst dient steeds tussen het wit en de zwarte of chocolade-bruine grondkleur te zijn. Een nekvlek en een smalle halve witte halsring zijn toegestaan, een zeer smalle hele halsring is toegestaan, maar niet gewenst.
-Gangwerk
Ruim en soepel gangwerk met een goede stuwing.
@Cindy@
Gezondheid van de Appenzeller Sennenhond
Appenzellers hebben een levensverwachting van 11-13 jaar. Uitschieters van ouder dan 16 jaar zijn mogelijk. Zij hebben dus de langste levensverwachting van de verschillende Sennenrassen. Door het feit dat bij de start van de raszuiverheid fok dit ras de grootste groep vertegenwoordigers telde, gaat men er van uit dat daardoor weinig van inteelt sprake kon zijn.
Punten van aandacht zijn de gewrichten. Bij de fok moeten de ouders een HD- en PL(patella luxatie)onderzoek hebben gehad. Verder wordt er vaak een Elleboogdysplasie-onderzoek(ED) gedaan. Dit is echter niet verplicht.
Verzorging van de Appenzeller Sennenhond
Dit zijn herdershonden en hebben dus veel beweging nodig. Ze zijn vol energie en moeten deze energie dus met regelmaat kwijt kunnen. Dagelijkse wandelingen en speel beurten zijn dus een must.
Opvoeding van de Appenzeller Sennenhond
Een eigenwijze soort hond en best moeilijk op te voeden. Het is beslist geen hond voor beginnende hondeneigenaren tenzij de nieuwe eigenaren weten waar ze aan beginnen en de hond duidelijk en consequent opvoeden. Een hondencursus is ook belangrijk bij dit ras.
Rasvereniging van de Appenzeller Sennenhond
http://www.sennenweb.nl/
http://www.hondenpage.com
Overige informatie over de Appenzeller Sennenhond
Het zijn superlieve honden en ze leren heel snel. Vooral als de beloning gevarieerd is zijn het honden die in een mum van tijd een nieuw trucje onder de knie hebben.
hij wil graag nieuwe dingen leren.
als je aardig tegen hem doet, doet hij ook lief tegen jou
Appenzeller Sennenhond pup aanschaffen
Pups moeten in een huiselijke sfeer opgroeien met moederhonden. Beide ouderhonden moeten vrij zijn van erfelijke aandoeningen.