Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.


Word lid van het forum, het is snel en gemakkelijk

Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano DogComputer
BESTE LEDEN LOG IN A.U.B.

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano

    L.G.R
    L.G.R
    Moderator
    Moderator


    Aantal berichten : 187
    Punten : 562
    Registratiedatum : 15-04-11
    Leeftijd : 43
    Woonplaats : Amsterdam

    Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano Empty Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano

    Bericht  L.G.R zo 17 apr 2011, 01:26

    De Cane Corso Italiano behoort tot de Rasgroep "Dogachtigen"
    Geschiedenis van de Cane Corso Italiano

    De Cane Corso is van origine een Italiaanse hond. Cane betekent hond en Corso is, zo neemt men aan, een verbastering van het Griekse woord Cortos, dat binnenhofbescherming betekent. Het ras heeft zijn naam dus niet te danken aan een speciale verbintenis met Corsica, zoals vaak wordt beweerd. De uitspraak van het woord Cane wordt ook nog wel eens verkeerd gebezigd, naar het Engels waarschijnlijk. "Kene" is dus fout. "Kane" is juist.

    De oorsprong van de Cane Corso ligt in een ver verleden. De basis is de Canis Pugnax. Deze kwamen voort uit de strijdhonden (oorlogshonden) van de Molossers, die woonden in Zuid-Albanië en Griekenland. We praten nu over de vierde eeuw voor Christus. In 1200 werd de Cane Corso voor het eerst beschreven in de Italiaanse literatuur.

    Het ras werd destijds al voor veel doeleinden gebruikt. Een hond, zeker een grote, moest nu hebben om te overleven. De Cane Corso was met name populair bij boeren, slagers, veldwachters en jagers.

    De boeren hadden een hond nodig die op hun erf een oogje in het zeil hield. Een boerenbedrijf bestond vaak uit landbouw en veeteelt. Hierbij hielp de Cane Corso. Uiteraard werd het niet gewaardeerd wanneer hij overdreven agressief was. Italianen zijn een sociaal volk en komen veel bij elkaar over de vloer. Ook binnen het, meestal kinderrijke, gezin met opa's en oma's behoorde de Cane Corso een betrouwbare metgezel te zijn. Naar vreemden moest de Cane Corso argwanend zijn en, bij afwezigheid van de baas, zelfstandig kunnen optreden.

    De slagers gebruikten de Cane Corso onder meer bij het opdrijven van vee (meestal alleen de stieren) naar het slachthuis.

    De jagers gebruikten de Cane Corso vooral voor het opsporen en opdrijven van wilde varkens. Vooral de lichte kleur Cane Corso's werden hier specifiek voor gebruikt om voldoende af te steken ten opzichte van het zwarte wild, zodat men niet per ongeluk elkaars honden dood schoot.

    De veldwachter (vanaf de middeleeuwen) had de Cane Corso voor de bescherming van zijn eigen persoon, bijvoorbeeld tijdens het aanhouden van stropers, struikrovers en ander gespuis. De veldwachter gebruikte de donkere Cane Corso. Deze waren meer geschikt voor de bewaking en, vanwege het verrassingseffect, 's nachts; een donkere hond is indrukwekkender om te zien.


    Door modernisering, vooral van het boerenbedrijf, werd de noodzaak van het houden van Cane Corso's aanzienlijk minder en zakte hun aantal drastisch. Het ras werd echter in stand gehouden door boeren, jagers en herders in de afgelegen streken van Zuid-Italië. Daar werd de Cane Corso als het ware herontdekt en werd een fokprogramma opgezet door dr. Paolo Breber, opdat het ras en daarmee een stuk Italiaanse cultuur niet verloren zou gaan.

    Herstel en erkenning

    De Cane Corso werd in november 1996 erkend door de FCI. Van de herontdekking in de vijftiger jaren, het opzetten van een fokprogramma in de zeventiger jaren tot en met de officiële erkenning in 1996 is een immens belangrijke klus geklaard in Italië, die eigenlijk nog steeds niet af is. Een strenge selectie op gezondheid en rastype is vereist.

    In de vijftiger jaren kwamen de in Italië bekende kynologen prof. Bonatti en prof. Ballotta in aanraking met de Cane Corso. Ze waren direct enthousiast. In de beeldvorming rond de Cane Corso werden vele oude geschriften en schilderijen en tekeningen bestudeerd om een zo juist mogelijk beeld van het ras te schetsen. Het vervolg echter, een goed fokprogramma, kwam niet van de grond doordat men te weinig rastypische honden had en er veel tijd verloren ging in de zoektochten naar honden die zouden moeten bijdragen aan het herstel van het ras.

    Eind zeventiger jaren werd het fokprogramma nieuw leven ingeblazen door dr. Stafano Gandolfi. Zijn enthousiasme sloeg over op onder andere de gebroeders Malavasi uit Mantova, dr. Breber, prof. Morsiani en dr. Ventura. Om hun krachten te bundelen werd in oktober 1983 het SACC (Società Amatori Cane Corso) opgericht en Stefano Gandolfi werd de eerste voorzitter.

    In Mantova werd door de gebroeders Malavasi, bekend in de hondenfokkerij, een selectiecentrum opgezet voor het fokken van de Cane Corso's.

    We schrijven 1980, in Mantova. Daar waren drie honden voorhanden die een belangrijke stempel zouden gaan drukken op de Cane Corso populatie. Hun namen: Tipsi, Brina en Dauno. Uit de dekkingen van Tipsi en Dauno kwamen de meest rastypische puppies. Basir en Bulan worden tot op de dag van vandaag gezien als de belangrijkste reuen in de fokkerij.

    Ondertussen zat men niet stil. Er werden heel wat kilometers afgelegd in het zuidelijk deel van Italië op zoek naar Cane Corso's die een positieve bijdrage zouden kunnen leveren aan het ras. In dit verband moeten Flavio Bruno en Vito Indiveri genoemd worden.

    De belangrijkste vindplaats bleek Puglia, die ondertussen is tot een soort bedevaartsplaats voor Cane Corso liefhebbers. Deze stad wordt gezien als het middelpunt van de Cane Corso, zowel wat betreft de populariteit als bewaard gebleven literatuur en afbeeldingen.

    De Cane Corso's uit Puglia noemt men de Pugliaanse Cane Corso's en zijn de belichaming van het juiste rastype. De twee belangrijkste honden uit deze lijn zijn Plud en Otello. Plud was de top dekreu van de kennel 'Dyrium' van Vito Indiveri. Otello is destijds gekocht door prof. Casolino in Puglia tijdens één van zijn reizen door Zuid-Italië op zoek naar geschikte Cane Corso's. Otello heeft een belangrijke rol gespeeld in het opbouwen van de Cane Corso populatie. Hij is de voorouder van een aantal zeer beroemde honden als Arras, Argo, Arek, Boris, Logan en Ruben.

    In 1987 werd door het ENCI (Italiaanse Raad van Beheer) en het comité van keurmeesters dr. Antonia Morsiani gevraagd om bijeenkomsten te organiseren waar de Cane Corso's konden worden gekeurd om verdere homogeniteit van het ras te bewerkstelligen. In datzelfde jaar werden drie bijeenkomsten gehouden in Milaan, Firenze en Bari met Morsiani, Vandoni en Perricone als keurmeesters. Hieruit kwamen 57 honden naar voren die de eerste Cane Corso (voorlopige) stambomen kregen. Eind 1992 vroeg Stefano Gandolfi uit naam van het SACC de officiële erkenning van het ras aan bij de ENCI en op 20 januari 1994 werd de aanvraag beloond door erkenning van de Cane Corso in Italië.

    Heden en Toekomst

    De huidige Cane Corso is een betrouwbare, sportieve hond. Aan nieuwe eigenaren moeten wel enkele eisen gesteld worden. Ervaring met honden, het liefst met Dogachtigen, is zeker gewenst. De Cane Corso is een zelfstandige hond. Hij is gek op zijn baas, maar vindt het ook leuk om er alleen op uit te gaan. Een goede band tussen baas en hond is nodig om de Cane Corso onder appèl te houden. Een goede socialisatie is dan ook een eerste vereiste. Begeleiding vanuit een professionele hondenschool (bijvoorbeeld bij een kynologenclub) is aan te raden. Werkdrift zit gelukkig nog steeds in het bloed van de Cane Corso. Binnen de hondensport zie ik geen belemmeringen voor dit ras.

    Een Cane Corso is een vriendelijke huishond en een perfecte kameraad van het gezin, maar ook een hond van een ras dat twintig jaar geleden nog de schaapskuddes en boerenerven bewaakte. Uiteraard zijn er met gericht fokken de scherpe kanten wel af te halen.

    In Nederland is de Cane Corso populatie nog klein, anno 1999 zo'n driehonderd honden. De fokbasis is erg smal. Daarbij komt dat het Cane Corso bestand nog geen homogeen geheel is. Velen denken dat de Cane Corso zijn heterogeniteit te danken heeft aan het inkruisen van andere rassen bij het herstel van het ras. Dit is echter niet waar. In het thuisland van de Cane Corso heeft elke streek zijn eigen type ontwikkeld. Er was wel een gemene deler aangaande het uiterlijk maar functionaliteit stond uiteraard voorop. Heden ten dage kijken we meer naar het uiterlijk. De functie heeft men in het algemeen allang vergeten, met alle vervelende gevolgen van dien. De Italianen zeggen dat ze uit de populatie Cane Corso wel drie verschillende rassen hadden kunnen halen. Vandaar ook het belang om zoveel mogelijk het rastypische Cane Corso's te fokken.

    Ik heb zelf echter al de nodige verschillen zien ontstaan binnen Europa. De Cane Corso's uit de Oost-Europese landen zijn grote, forse, indrukwekkende honden met vaak een te lange snuit en soms zelfs een scharend gebit.

    Ik hoop, en eerlijk gezegd verwacht ik, dat de keurmeesters de komende jaren een duidelijke lijn zullen ontwikkelen in hun keuringen. Ook voor de rasvereniging ligt hier een belangrijke taak. Door het organiseren van meetings en clubmatches met kundige keurmeesters, het opzetten van fokvoorwaarden zoals HD controle door de WK Hirschfeld Stichting en een pupinfo waarin alleen puppen komen die aan de fokvoorwaarden van de rasvereniging voldoen.

    Nederland

    Dir was de eerste Cane Corso in Nederland. Deze werd op 25 februari 1992 geïmporteerd door de heer F. Eleonora. De tweede hond die hij naar Nederland haalde was Joy, en wel op 27 februari 1993. De heer Eleonora heeft diverse honden geïmporteerd en heeft het ras bekendheid gegeven in Nederland. De Cane Corso werd voor het eerst op de show gepresenteerd in Arnhem in 1997. Keurmeester was de heer Van Montfoort die 16 Cane Corso's beoordeelde waarvan velen uit het land van herkomst. Beste hond werd Rubens van de heer C. Raffaella. Er waren verschillende Italiaanse fokkers aanwezig.

    In oktober 1997 werd de Cane Corso Club Nederland opgericht. De initiatiefnemers waren de heren Eleonora en De Vries. Inmiddels heeft de Cane Corso Club Nederland (CCCN) in maart 1999 de officiële erkenning van de Raad van Beheer gekregen. Net als elke andere nieuwe rasvereniging krijgt de CCCN een proeftijd van vijf jaar. De club telt nu ongeveer negentig leden.

    Ook kent Nederland zijn eerste Nederlandse kampioenen: Gunter werd de eerste Cane Corso reu in Nederland die het Nederlands Kampioenschap behaalde. De eerste teef die deze titel behaalde is Maia.

    Op de Winner is de Cane Corso altijd qua aantal en kwaliteit goed vertegenwoordigd. In 1998 kregen de in Nederland gefokte Cane Corso's Goliath's Warrior Délano en Goliath's Warrior Isola la Bella de titel Jeugdwin(st)er van de keurmeester Pinto Teixeiro. Deze honden komen voort uit Maia en Ayrton van de Vries en Eleonora.

    Karakter van de Cane Corso Italiano

    De huidige Cane Corso is een betrouwbare, sportieve hond. Aan nieuwe eigenaren moeten wel enkele eisen gesteld worden. Ervaring met honden, het liefst met Dogachtigen, is zeker gewenst. De Cane Corso is een zelfstandige hond. Hij is gek op zijn baas, maar vindt het ook leuk om er alleen op uit te gaan. Een goede band tussen baas en hond is nodig om de Cane Corso onder appèl te houden. Een goede socialisatie is dan ook een eerste vereiste. Begeleiding vanuit een professionele hondenschool (bijvoorbeeld bij een kynologenclub) is aan te raden. Werkdrift zit gelukkig nog steeds in het bloed van de Cane Corso. Binnen de hondensport zie ik geen belemmeringen voor dit ras.

    Een Cane Corso is een vriendelijke huishond en een perfecte kameraad van het gezin, maar ook een hond van een ras dat twintig jaar geleden nog de schaapskuddes en boerenerven bewaakte.
    Rasstandaard van de Cane Corso Italiano

    Rasstandaard van de Cane Corso Italiano

    Algemene verschijning:
    Middelgrote hond, fors, sterk doch elegant gebouwd, droog met sterke, lange spieren.

    Belangrijke proporties:
    De lengte van het hoofd bereikt 36% van de schofthoogte. De bouw van de hond is eerder lang dan hoog te noemen.

    Gedrag en karakter:
    Als bewaker van eigendommen, de familie en het vee heel levendig en snel reagerend, werden ze in het verleden gebruikt bij het vangen van runderen en bij de jacht op groot wild.

    Hoofd:
    Breed, typisch molosserachtig, de bovenste lengte-assen van de schedel en van de vang lopen grotendeels gelijk. De schedel is breed bij de jukbeenderen: de breedte is gelijk aan of groter dan de lengte van de schedel. Gewelfd voorhoofd met een goed gemarkeerde stop, die naar het achterhoofd tamelijk vlak wordt. Zichtbare plooi middenvoor. De neus is groot en zwart met wijde, open neusgaten en loopt parallel met de neusrug.

    Vang:
    Duidelijk kort ten opzichte van de schedel (verhouding: schedel 66%, vang 34%), zeer sterk, met uitgesproken vierkante, platte voorkant van het hoofd en gelijke verhoudingen aan de zijkanten van het hoofd, even lang als hoog. Het profiel van de neusrug is recht. De bovenlippen, licht loshangend, bedekken de onderkaak zodanig, dat het onderste deel van het profiel gedomineerd wordt door de lippen. Brede en forse bovenkaak, nogal gebogen.

    Ogen:
    Middelgroot, ovaal van vorm, naar voren geplaatst en licht uitpuilend. Aansluitend ooglid. Kleur van de iris zo donker mogelijk, afhankelijk van de kleur van de vacht. Intelligente en waakse blik.

    Oren:
    Driehoekig, hangend, met brede inplant, hoog geplaatst boven de jukbeenboog. In Italië worden de oren gecoupeerd tot korte driehoek.

    Hals:
    Sterk, nogal droog, gespierd, even lang als het hoofd.

    Romp:
    De romp is sterk gebouwd, maar niet gedrongen. De voorhand is fors en overschrijdt het niveau van de achterhand. De rug is recht, zeer gespierd en gespannen, de lende is kort en solide, de achterhand is lang en breed, licht schuin aflopend. De borstkas is goed ontwikkeld en loopt af naar de elleboog.
    De staart is hoog ingeplant, breed bij de inplant, en wordt gecoupeerd bij de vierde wervel. In actie wordt de staart geheven, maar nooit recht omhoog gedragen.

    Voorste ledematen:
    De schouder is lang, schuin en zeer gespierd. De opperarm is sterk, de onderarm recht en zeer sterk. De middenhand en middenhandsbeentjes zijn droog en elastisch, voet als een kat.

    Achterste ledematen:
    Bovenbeen is lang, breed en achterwaarts gewelfd. Het been is droog en sterk, de enkel matig gehoekt, middenvoetsbeentjes dik en droog. De voeten zijn iets minder compact dan de voorvoeten. De huid is dik en sluit strak aan op de onderliggende lagen.

    Vacht:
    Korte vacht (niet gladgeschoren), glanzend, erg dicht met lichte ondervacht.

    Kleur:
    Zwart, loodgrijs, leisteen, lichtrood (formentino), donkerrood, gestroomd. De lichtrode exemplaren hebben een donker masker.


    Schofthoogte:
    Reu: van 64 tot 68 cm; teef: van 60 tot 64 cm. (Afwijkingen van 2 cm zowel naar boven als beneden toegestaan)

    Gewicht:
    Reu: van 42 tot 50 kg, teef: van 38 tot 45 kg.
    Gezondheid van de Cane Corso Italiano

    Cherry-eyes komen regelmatig voor, elleboogdysplasie en heupdysplasie ook. Af en toe ook epilepsie, gescheurde kruisbanden, groeipijn, patella luxatie. Alle (erfelijke) aandoeningen die binnen het ras voor (kunnen) komen en hoe je die kunt voorkomen/verminderen, is te lezen in het boek De Cane Corso (www.dierenboekenbestellen.nl)
    Verzorging van de Cane Corso Italiano

    De Cane Corso is veelal een wat kouwelijk type dat niet zo gecharmeerd is van nat en guur weer. Een warme, zachte ligplaats stelt hij zeer op prijs en helpt tevens ontsierende eeltplekken op latere leeftijd te voorkomen.

    De vachtverzorging van de Cane Corso is minimaal. Af en toe even borstelen of goed afwrijven met een zeemleren lap is voldoende om de hond te laten glimmen als een spiegel.

    In de ruiperiode dagelijks even met een rubber noppenborstel de losse haren verwijderen en indien nodig de nagels knippen.
    Opvoeding van de Cane Corso Italiano

    Onder de dogachtigen is de Cane Corso beslist èèn van de vlottere en makkelijker trainbare types. Als u een dog zoekt waar ook echt mee kan worden gewerkt en die dat nog leuk vind om te doen ook, is de Corso zeker het overwegen waard.

    Hij is slim genoeg om in gedrag & gehoorzaamheid mee te komen en niet te zwaar om in actievere sporten als bijvoorbeeld behendigheid lekker mee te kunnen doen. Ook speuren is een prima bezigheid voor dit ras. Minder geschikt zijn sporten waarin het waakse karakter van de Cane Corso wordt gestimuleerd. Dat is ook niet nodig, want waaks is hij van nature al. Niet op een vervelende manier, maar hij is altijd duidelijk op de achtergrond aanwezig, observerend en taxerend. In aanwezigheid van de baas zal hij rustig toelaten dat vreemden het huis betreden, maar dat wil niet zeggen dat die ook ongestraft kunnen binnenkomen als de hond alleen thuis is en als het moet zal hij tot het uiterste gaan om 'zijn' familie en haar bezittingen te beschermen.

    Voor het gezin is de goed opgevoede Cane Corso een aanhankelijk en zeer vriendelijke hond. Hij wil graag onderdeel van de familie zijn, maar zal er ook geen punt van maken als hij zichzelf eens een poosje moet vermaken. Meestal kan hij uitstekend met kinderen overweg, al kan hij voor de jongsten weleens wat te beweeglijk zijn, zeker als het een jonge hond betreft. Uiteraard dient er altijd volwassen toezicht te zijn, maar dat geldt voor ieder ras.

    Ondanks zijn formaat is de Cane Corso een zeer actieve hond, die soms zelfs ietwat onstuimig uit de hoek kan komen. Andere huisdieren hebben weinig van de Corso te vrezen. Met honden is de omgang wisselend. De ene Corso gaat er uitstekend mee om, de ander kan zich behoorlijk dominant opstellen. En hoewel hij niet zo snel actief de confrontatie op zal zoeken, gaat hij die ook niet uit de weg als hij wordt uitgedaagd. De Cane Corso heeft behoorlijk wat lichaamsbeweging nodig.

    Hij houd van lange wandelingen, maar ook lopen naast de fiets of joggen met de baas gaan hem uitstekend af. Als er ruimschoots wordt voorzien in voldoende activiteiten is de Cane Corso in huis een lekker rustige hond. Maar als hij zijn energie niet kwijt kan, is het mogelijk dat hij zich gaat uitleven op het meubulair en dan is het verbazingwekkend wat een revage een paar van die krachtige kaken in zeer korte tijd kunnen aanrichten.

    De Cane Corso is een hond die niet voor iedereen geschikt is. De hond is groot en sterk en daarnaast nogal zelfstandig en soms behept met een ietwat dominante inslag. Verder is hij actief, ietwat wantrouwig naar vreemden, intelligent en waaks. De Cane Corso verlangt een sportieve baas met een beetje ervaring en natuurlijk overwicht, die al die elementen op een rustige manier in goede banen weet te leiden.

    Kunt u dat allemaal, dan heeft u aan de Cane Corso een gouden hond, een goede vriend en een geweldige kameraad voor het leven.
    Rasvereniging van de Cane Corso Italiano

    www.canecorsoclub.nl
    Overige informatie over de Cane Corso Italiano

    Alles over de Cane Corso, zijn geschiedenis, karakter, uiterlijk, aanschaf, opvoeding, verzorging, voeding, gezond, fokken en tentoonstellen, lees je in het boek De Cane Corso (ISBN 978-90-560-0013-4 / www.dierenboekenbestellen.nl)
    Cane Corso Italiano pup aanschaffen

    de prijs van een Cane Corso pup met stamboom is gemiddeld 1.000-1.500 euro.

    Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano CaneCorsoItaliano1_120x120Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano CaneCorsoItaliano2_120x120Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano CaneCorsoItaliano3_120x120Rasbeschrijving van de Cane Corso Italiano CaneCorsoItaliano_120x120

      Het is nu do 21 nov 2024, 06:11